‘De kunstgeschiedenis zit
vol metaforen om iets dat
vandaag speelt te visualiseren’
Alexander Pechtold over zijn collector's item
‘Half jaren tachtig was een tijd van werkeloosheid. Ik was in Leiden na een half jaar gestopt met mijn studie rechten en ik dacht: als ik dan toch werkloos moet worden, dan liever met iets wat ik leuk vind. Kunstgeschiedenis dus. Door zo’n studie krijg je historische en internationale perspectieven die je argumentatie veel sterker maken. De kunstgeschiedenis zit vol metaforen om iets dat vandaag speelt te visualiseren. Mondriaan bijvoorbeeld snap je pas als je zijn carrièreverloop kent en begrijpt dat dingen een voorgeschiedenis hebben. Ander voorbeeld: Rembrandts portret van Catarina Hoogsaet toont aan hoe zelfverzekerd en waardig iemand er in de 17de eeuw uit kon zien, ook al had ze gedurfd uit de kerk en uit haar huwelijk te stappen. Het meesterwerk toont de eigenzinnigheid van een D66’er. Plasterk wilde het resterende bedrag vorig jaar niet bijpassen om haar voor Nederland te behouden. Nederland van nu blijkt te klein voor haar. Ik vertelde dit op een partijcongres en dat blijft hangen.’
‘Ik ben erg visueel ingesteld. In debatten zie ik dingen letterlijk voor me’
‘Als je naar mijn cv kijkt, lijkt het een hele bewuste carrière. Maar niets is minder waar. Bij bijna iedere stap was het: “mijn hemel, wat moet ik nú weer gaan doen?” Ik heb vaak in een split second gekozen en me steeds pas later afgevraagd of het wel zo verstandig was. Ik kies daar kennelijk voor. Al 43 jaar is D66 geen garantie voor een politieke carrière. D66’ers zijn ook geen raspolitici, eerder goede bestuurders die — door hun idealen — vaak wat naïef overkomen.’
‘Het zou heel goed zijn als er eens een sociaal liberale premier kwam. Ik heb altijd gezegd dat ik dat niet zal zijn. Ik kies voor de Tweede Kamer. Door mijn ministerschap heb ik iets van: “Been there, done it, got the t-shirt.” Ik vind bovendien dat een politiek leider in de Kamer hoort, zeker als daar straks tien tot twintig nieuwe mensen bij zitten. Eerlijk gezegd denk ik ook dat er beteren zijn.’
‘Ik ben erg visueel ingesteld. In debatten zie ik dingen letterlijk voor me: een te grote broek die een Kamerlid aantrekt, het bonnetje bij de aankoop van de JSF of de stapel rapporten die ik de Kamer in sleepte bij de Algemene Beschouwingen. Ik hou van een visualisering van de dingen die gebeuren of gebeurd zijn.’
‘Het Humanistisch Verbond heeft het over geloven in een leven vóór de dood. Dat herken ik. Of het nu je studententijd is, de jeugdjaren van je kinderen of wat je meemaakt in je werk. Het vliegt voorbij. Ik hou ervan om die tijd tastbaar te maken. Ik verzamel van alles, zoals oude foto’s en documenten van de familie. Het kopen van één lepel leidde tot het verzamelen van alle mogelijke gelegenheidslepels, een Friese traditie.’
‘Ik koester een Leidse huwelijkslepel, geen stervensduur ding, maar iets dat ik ooit in mijn tijd als veilingmeester heb aangeschaft. Op die lepel staan twee initialen van mensen die in 1663 trouwden. Op een dag ben ik alle trouwboeken in het archief van Leiden gaan doorkijken op zoek naar die initialen. En verdomd, ik heb ze gevonden! Ik weet wie het zijn. Dat grijpt me, omdat iets wat honderden jaren geleden gebeurd is en mensen indertijd belangrijke vonden, ineens weer leven krijgt.’