top of page
Scherm­afbeelding 2024-02-19 om 18.19.46.png

‘Mijn rust zit in het
moment dat alles werkt’

Investeerder Alexander Ribbink over competitie, rust en waar je het voor doet

Het leven van internet-ondernemer Kees Zegers (ex-NU.nl), advocaat Willem Stevens (ex-Baker & McKenzie), en investeerder Alexander Ribbink (ex-TomTom) stond lange tijd in het teken van stress en ingrijpende beslissingen. Hoe gingen ze om met stress, de werkdruk en met de competitie? En op welke plek vonden ze rust?

Tekst: Koos de Wilt | Fotografie: Mark Prins | FD Persoonlijk.

 

Toen ik halverwege de dertig was, heb ik, na twaalf jaar Unilever, een stap gemaakt naar Mars. Maar stukje bij beetje werd ik cynisch over de producten die we maakten. Er werd heel ingewikkeld gedaan over waarom onze snacks en candybars beter zouden zijn, maar dat waren ze natuurlijk niet. Bovendien, als onze producten de volgende dag niet meer zouden bestaan, zou er niemand zijn die ze miste. Ik begon met weinig respect over mijn eigen producten te praten en dat moet je niet doen. Tegelijkertijd zag ik buiten de internetindustrie boomen. Ik was inmiddels directeur geweest bij Unilever, was Europees directeur bij Mars en verdiende navenant, maar ik was niet meer gemotiveerd. Een goede studievriend van mij uit Amsterdam die, net als wij, in London woonde was al bezig met wat later TomTom zou gaan heten. Ik werd daar heel enthousiast over en van het een kwam het ander en mijn vrouw zei op gegeven moment: ‘Waarom ga je niet met die mensen werken?’ Ik weet nog dat ik in die tijd benaderd was voor een overstap naar de raad van bestuur van een ander bedrijf en dat ik vervolgens de headhunter belde om hem te vertellen wat ik wél ging doen. Die verklaarde mij voor gek. ‘Moet je nooit doen’. Zijn argumenten bevestigden louter dat ik door moest zetten: het was risicovol, het ging over technologie en ik kon met vrienden werken. Ik was 39 en had een keurig cv, dus wat had ik nou te verliezen? En bovendien voelde ik: dit kán heel groot worden. Het was aspirientjes verkopen aan mensen met hoofdpijn. Ik ervoer het als een ongelofelijke luxe om met vrienden te werken. Ik had het van tevoren vol vertrouwen gezegd, maar ik bleek de business class vluchten en al die andere zekerheden die grote bedrijven bieden totaal niet te missen. Het ervaren wat het is om explosief te groeien was geweldig. Groeien met honderden en duizenden procenten. Moet je eens aankomen bij een Unilever product. Ik herinner mij een vergadering waar we de verwachtingen drie tot vier keer moesten verhogen. Ineens werd de verwachte omzet geen honderd miljoen, maar ongeveer tweehonderd miljoen met ongeveer gelijkblijvende kosten. We keken elkaar regelmatig verbaasd aan van: hoe is het mogelijk? En ook: hoe gaan we dit handlen?

‘Ik was inmiddels directeur geweest bij Unilever, was Europees directeur bij Mars en verdiende navenant, maar ik was niet meer gemotiveerd.’

 

Ik ben bij TomTom gekomen toen er naast de software ook nagedacht moest worden over het vermarkten van de hardware. Het moment dus dat je de consument direct gaat aanspreken met een merk, een verpakking, een reclamecampagne en het gevoel eromheen. Iedereen verklaarde ons voor gek met ons hardware verhaal. Ik weet nog dat we moesten nadenken hoeveel consumenten daarvoor wilden betalen. We zijn toen met retailers gaan praten met ons doosje en mockup. Dat waren de momenten van waarheid. Sommigen vonden het helemaal niks en anderen waren enthousiast. Maar toen op de belangrijke vakbeurs kwam alles samen en kwam de stroom van bestellingen op gang. We stonden er als zenuwachtige jongetjes die heel veel geld hadden besteed om daar te staan. Een zeer spannend moment. Maar ik kan heel goed omgaan met spanning. Ik weet heel goed wanneer ik moet slapen en niet meer moet denken over dingen waar ik die dag mee bezig was. Ik ben geen koele kikker, maar echte stress heb ik nog nooit meegemaakt in mijn werk. Ik heb me nooit opgewonden over dingen waar ik geen invloed op heb. Dat heeft namelijk geen zin. Ik ben betrokken, maar probeer mijn invloed en energie zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Ik ben niet buitengewoon intelligent, maar bereid me goed voor op dingen. Ook toen ik in Parijs voor Unilever aan de slag ging. In het weekend ging ik hardlopen in Jardin de Luxembourg en ’s avonds lekker eten, terwijl anderen dan naar kantoor gingen. Ik leef niet om te werken. Werken is een belangrijk deel voor wie ik ben, maar ik werk omdat ik wil leven. Ik hoef ook niet eindeloos te gaan lunchen, wat de gewoonte was in Parijs, ik ben net zo blij met een zak wortels op mijn bureau.

‘De curatoren hadden het over doorkijkjes, over kleuren, hoe de schilderijen en beelden met elkaar communiceren. Hier werd een museum gemaakt en ik vond dat geweldig om mee te maken als fly on the wall.’

Ik ben geen stiltemens. Voor mij is stilte in een concertgebouw zitten, waar je geen kant uit kunt. Ik ontspan me dan en in mijn hoofd draaien dan, op een prettige manier, losse eindjes aan elkaar. Dat is stilte voor mij. Ik weet nog toen ik vier jaar geleden was benaderd voor de raad van toezicht van het Stedelijk Museum en ik de trap van het – toen totaal gestripte - Stedelijk op liep. Chaos was het en van open gaan was voorlopig geen sprake. Dat moment op de trap staat me bij. Toen voelde ik wat het had betekend dat ik er zelf al zo lang niet meer door heb kunnen lopen. En ook dat ik mijn kinderen er nooit naartoe heb kunnen nemen. Ik kwam er als kind met mijn ouders en later als student. Ik herinner me the Beanery van Kienholz, de stripfiguren van Lichtenstein en de Appelbar waar ik vroeger saucijzenbroodjes kreeg. Ik heb persoonlijk ervaren dat deze plek onder je huid is gaan zitten, een soort huis was. Maar een dicht museum was een dood museum. Veel mensen misten dit huis, misten hun plek van reflectie. Een heel mooi moment was eind van de zomer toen ik hier achter directeur Ann Goldstein en curator Bart Rutten de zaal op liep en ik ze hoorden praten over waar wat kwam te hangen. We stonden in het zaaltje waar een vrouwenportret van Picasso, een Pollock en een Roberto Matta zouden komen te hangen. Allemaal zorgvuldig afgestemd op elkaar en met de zaaltjes ervoor en erna. Ze stapten over op een taal die een heel andere was dan waarin ik mijzelf uit, maar ik vond het geweldig. De curatoren hadden het over doorkijkjes, over kleuren, hoe de schilderijen en beelden met elkaar communiceren. Hier werd een museum gemaakt en ik vond dat geweldig om mee te maken als fly on the wall. Vier jaar gedoe met subsidies, met de gemeente en het gedoe over budgetten en strategieën viel weg. Dit was het moment waarover het allemaal ging. Elke keer als ik door dit zaaltje loop, ervaar ik dat gevoel van thuiskomen, van rust.

[2013]

Wie: ALEXANDER RIBBINK (1964)

Wat: venture capital technologie investeerder bij Prime Ventures en voormalig COO van TomTom en o.a. voorzitter van de Raad van Toezicht van het Stedelijk Amsterdam

Stress: ik laat mij niet opwinden door dingen waar ik geen invloed op heb

Stilteplek: een kleine zaal in het Stedelijk

Waarom: een plek waar alles ineens samenkwam

bottom of page