Architect Daniel Libeskind (1946) over het materialiseren van herinneringen
‘Zonder herinnering geen toekomst’
Hij is een van de beroemdste architecten van de wereld als het gaat over musea en monumenten, zoals het Jüdisches Museum Berlin en de reconstructie van het World Trade Center. Zijn iconische ontwerpen tonen de vele lagen van beladen plekken. Bij twee ervan, de Liberation Route Hiking Trail en het Holocaust Namenmonument, was vfonds belangrijk om ze financieel mogelijk te maken. Een gesprek met de Pools-Amerikaanse architect Daniel Libeskind over het onverzoenbare samenbrengen door het benadrukken van tegenstellingen.
Interview: Koos de Wilt voor vfonds (2020)
De route ‘Liberation Route Hiking Trail’ volgt het spoor van de geallieerde soldaten die in 1944 en 1945 vanuit Zuid-Engeland streden voor de bevrijding van Europa. Op tientallen plekken langs het drieduizend kilometer lange traject komen de markeringen ‘Vectors of Memory’ die zijn ontworpen door de Pools- Amerikaanse architect Daniel Libeskind, zelf kind van Holocaust-overlevenden. ‘In deze tijd van post-truth zijn initiatieven zoals de Liberation Route Trail heel belangrijk’, zegt de architect tijdens een lezing in Brussel op een congres over de route. ‘Een plaats die echt is en een fysieke geschiedenis heeft, is een noodzakelijk tegenwicht tegen allerlei alternative truths die regeringen tegenwoordig de wereld in slingeren. Autoritaire leiders gebruiken geschiedenis tegenwoordig vaak alsof het om een soort spel gaat waarbinnen ze hun politieke ideeën kunnen framen. Je ziet het overal in de wereld, in Europa en in de VS. Een opmerking als “Good people at both sites” zijn woorden die een voorbeeld zijn van die wereld van post-truth. De trail is wel echt en bestaat niet uit woorden, maar uit stenen met een echt verhaal.’
‘De Liberation Route Trail is echt en bestaat niet uit woorden, maar uit stenen met een echt verhaal.’
Zijn ontwerpen ziet hij niet als gebouwen in traditionele zin. Libeskind: ‘Mijn eerste gebouw dat ik niet alleen tekende, maar ook daadwerkelijk heb gebouwd was het Jüdisches Museum in Berlijn. Met dit museum wilde ik een verhaal vertellen. Een verhaal over hoop, de toekomst, de leegte, verbanning en het einde. Ik werd erom bekritiseerd. Een gebouw zou geen verhaal moeten vertellen, zo werd mij verteld. Maar gebouwen vertellen altijd een verhaal. Een kathedraal vertelt het verhaal aan mensen die de bijbel niet kunnen lezen. Zelfs een gebouw dat geen verhaal wil vertellen, vertelt daarmee ook een verhaal, een klein verhaal weliswaar. Niemand zou naar het Jüdisches Museum komen, zo werd mij verteld, maar het bleek aan te slaan, mensen wilden wel een verhaal horen. Het moet niet alleen mooi zijn, maar een betekenis hebben.’
‘Een gebouw zou geen verhaal moeten vertellen, zo werd mij gezegd. Maar gebouwen vertellen altijd een verhaal.’
Lange tijd maakte hij alleen ontwerpen die niet zijn gebouwd. Inmiddels is de architect in de zeventig en heeft hij een imposant oeuvre van woonhuizen, musea en monumenten op zijn naam staan. Hij maakte naast het Jüdisches Museum in Berlijn, het Felix Nussbaum Haus in Osnabrück, het National Holocaust Museum in Ottowa en het Military History Museum in Dresden. In New York werd hij gevraagd toe te zien op de wederopbouw van het World Trade Center, dat werd verwoest tijdens 9/11. In Nederland ontwierp hij het Stadsmarkeringsplan Groningen en een van de landschapskunstwerken in Flevoland, ‘Polderland Garden of Love and Fire’ in Almere. Nu in 2020 zal dus de drieduizend kilometer lange herdenkingswandelroute Liberation Route Europe in gebruik worden genomen, een route tussen diverse Europese landen met de Vectors van Libeskind. Op korte termijn zal ook het Holocaust Namenmonument in Amsterdam er uiteindelijk komen.
‘Ik zoek dat conflict zeker niet op, maar ik realiseer mij ook dat de gebouwen en monumenten die ik bouw soms storend zijn voor sommige mensen. En dat moeten ze ook zijn.’
Verhalen vertellen
Daniel Libeskind is in 1946, net na de oorlog, als jood geboren in het communistische Polen. Een donkere tijd, waar maar heel weinig Joden de jaren ervoor hadden overleefd. Via Israël belandde het gezin Libeskind in New York. Iedereen was daar aardig, en dat verbaasde hem, dat kende de jonge Daniel niet. Hij ging naar de scholen die gratis waren en van daaruit kon hij zich ontwikkelen tot wie hij is geworden. Hij beschrijft zijn ouders niet als slachtoffers, maar als ware overlevers, als mensen die hun moordenaars overleefden. Libeskind: ‘Zij hebben echt gevoeld wat het is om te leven. Vrijheid was voor hen niet iets vanzelfsprekends, maar iets dat moest worden verworven, waarvoor moest worden gestreden. Mijn ouders waren niet in de gelegenheid om te studeren, maar ik vind ze meer geschoold dan veel wetenschappers die ik als hoogleraar op Harvard tegenkwam. Mijn ouders waren opgeleid door het leven, door de liefde en door te lezen. Het waren intellectuelen en daardoor konden ze overleven.’ Zijn verleden speelde een belangrijke rol in hoe Libeskind aankijkt tegen architectuur: ‘Ik zie het niet als een stapel stenen en staal, maar als een verhaal dat verteld wordt door harde materialen. Een architect maakt daarbij gebruik van proporties, van uiteenlopende materialen, van stabiliteit en onstabiliteit, van hitte en kou en van licht. Van daaruit creëer ik akoestische ruimtes, lege ruimtes waar je echo’s en voetstappen hoort. Ik gebruik de leegte om aan te geven dat er mensen afwezig zijn, om de afwezigheid van mensen 'hoorbaar' te maken. Zoals de componist Schönberg in een van zijn opera’s een stilte laat vallen om aan te geven dat hij is verbannen uit Berlijn en er dus niet meer is.’
‘Er zijn namen vergeten van mensen die het slachtoffer zijn geworden. Daarom zijn er ook veel bakstenen waar nog geen namen op staan om zo genoeg plaats te hebben voor mensen die vergeten zijn.’
Conflicten zijn van alle tijden
Van een architect wordt vaak gevraagd iets te creëren dat binnen de verwachting ligt. Dat leidt vaak tot het conforme, een illusie van een wereld die we niet op willen geven, zo denkt Libeskind. De architect huivert van nietszeggende gebouwen die vaak een gevolg zijn van het feit dat een architect iets maakt in opdracht. Libeskind: ‘Ik houd van expressie, niet van het neutrale. Het moet een reactie oproepen. Het verleden is vaak rauw en ongemakkelijk en dat willen mensen van zich afschudden. Ik zoek dat conflict zeker niet op, maar ik realiseer mij ook dat de gebouwen en monumenten die ik bouw soms storend zijn voor sommige mensen. En dat moeten ze ook zijn. Een gebouw moet je bewust maken dat je leeft en niet dat je slaapt. Je moet ergens voor staan en niet opgeven, het is een marathon en niet een sprint.’
‘Je kan nooit een memorial bouwen als je geen hoop hebt voor de toekomst. Het zou betekenisloos zijn. Mensen moeten door het monument hoop krijgen, uitkijken naar een betere wereld.’
Het mogen bouwen van iets dat niet voor iedereen als gemakkelijk aanvoelt duurt dus vaak lang, zo realiseert zich de architect. Het bouwen van het Jüdisches Museum in Berlijn duurde bijvoorbeeld elf jaar, het bouwen van de vervanger van het WTC in New York achttien jaar en ook de bouw van het Holocaust Namenmonument in Amsterdam loopt nu al twaalf jaar. Libeskind is zich bewust dat hij de tijd niet in de hand heeft: ‘Tijd is niet iets dat gelijkmatig verloopt. Er zijn sterke breuken. Wat 9/11 bijvoorbeeld betekent, verandert over tijd en krijgt in debat betekenis. Het duurde heel lang voordat mensen erachter kwamen wat het precies moest worden. En de volgende vraag is dan: wie gaat daar eigenlijk over? Er moet in een democratie consensus over zijn. Het is een zoektocht naar waarheid en die ontstaat door middel van dialoog, waardoor dingen kunnen veranderen. Het Jüdisches Museum in Berlijn werd geopend als stadsmuseum met een aparte afdeling over Joden. Pas jaren later werd het een museum waar het vooral over Joden ging.’ En als het dan klaar is, dan is het nog niet alleen van jezelf, zo weet de architect: ‘Een monument moet open zijn voor interpretaties. Ik bepaal slechts de helft ervan, de rest wordt gemaakt door degenen die het ervaren. Op het Jüdisches Museum is een façade met kruizen te zien die feitelijk een technische functie hebben, maar mensen zien er een christelijke verwijzing in. Ik vind dat prachtig dat dat je dat er ook in kunt zien.’
Protesten in Amsterdam
Met het Holocaust Namenmonument komt er een 250 meter lang monument bestaande uit bakstenen muren die zo worden geplaatst dat ze een labyrint van gangen vormen. Op de stenen staan 102.000 namen van Nederlandse Joden, Sinti en Roma die in de Duitse vernietigingskampen zijn vermoord. Libeskind: ‘Ik wist dat de wijk waar het monument wordt gebouwd een plaats is waar veel Joden zijn weggenomen. Ik weet ook dat veel Amsterdammers dat zijn vergeten. Er zijn ook veel mensen en namen vergeten van mensen die het slachtoffer zijn geworden. Daarom zijn er ook veel bakstenen waar nog geen namen op staan om zo genoeg plaats te hebben voor mensen die vergeten zijn. In 2015 had het er moeten staan, maar protesten versperden de weg om een monument te bouwen. Nu komt het er uiteindelijk, een monument dat als waarschuwing moet dienen voor de toekomst. Als een fysiek getuige van vermoorde mensen die nooit een graf hebben gekregen, en hier kunnen worden herdacht.’
'Churchill zei dat er nooit een tijd zal zijn zonder conflict. En ik herken dat, er zal nooit een tijd zijn dat er alleen maar vrede is. Maar dat mag ons er niet van weerhouden te streven naar een betere wereld. Herinneren helpt daarbij.’
Ondanks de rauwe realiteit waar zijn gebouwen en monumenten betrekking op hebben, ziet de architect zijn vak niet als iets pessimistisch. Libeskind: ‘Een architect is iemand de optimistisch moet zijn. Je kan nooit een memorial bouwen als je geen hoop hebt voor de toekomst. Het zou betekenisloos zijn. Mensen moeten door het monument hoop krijgen, uitkijken naar een betere wereld. En je kunt geen toekomst bouwen zonder herinnering. Het is in die geschiedenis, in die herinnering waarin het gebouw zijn fundering vindt. Churchill zei dat er nooit een tijd zal zijn zonder conflict. En ik herken dat, er zal nooit een tijd zijn dat er alleen maar vrede is. Maar dat mag ons er niet van weerhouden te streven naar een betere wereld. Herinneren helpt daarbij.’