‘De handel is verschoven van het Spiegelkwartier naar beurzen en naar musea overal in de wereld. Ik vlieg ik naar musea in Phoenix Arizona of Melbourne in Australië, waar ik de directie, conservatoren, vrienden en de patrons tegelijk kan zien.’
DE KUNSTWANDELING
Delfts aardewerkhandelaar Robert Aronson
‘Vanuit het Spiegelkwartier benader ik de wereld’
Veel antiekhandelaren uit het Spiegelkwartier zitten er al generaties lang. Ook Aronson Antiques van Robert Aronson heeft er sinds eind 19de eeuw zijn basis. De handelaar in 17de- en 18de-eeuws Delfts aardewerk wandelt vanaf het Rijksmuseum over de Spiegelgracht, de Prinsengracht over naar de Nieuwe Spiegelstraat en wijst onderweg naar de vertrouwde antiekadressen: Frides Laméris, Polak, Vecht, Salomon Lilian, Salomon Stodel. Ook kuiert hij langs de plekken waar zijn eigen familie een winkel had: op de Spiegelgracht nummer 10, de Nieuwe Spiegelstraat 64, 39 en tegenwoordig op nummer 45. ‘Mijn betovergrootvader Leon is in 1881 begonnen met een winkel in Arnhem en mijn overgrootvader is hier op de Spiegelgracht 10 begonnen, op de plek waar nu de speelgoedwinkel Tinkerbell zit. Dat was in de tijd dat het Rijksmuseum werd geopend. Het Spiegelkwartier was dé plek waar mensen kunst konden bewonderen in musea en hier daadwerkelijk konden kopen. Een prachtige combinatie.’
‘Verzamelaars uit heel Amerika, van Chicago tot Dallas, vliegen in om Tefaf New York te bezoeken.’
De hele wereld kent Delfts aardewerk. Waarom zijn Delftenaren dat eigenlijk gaan maken in de 17de eeuw, terwijl er al massaal Chinees porselein werd geïmporteerd door de VOC? Aronson: ‘Dat komt allemaal door de handel. Toen door burgeroorlogen in China halverwege de 17de eeuw de zeer lucratieve porseleinimport stil kwam te liggen, moesten de handelaren iets nieuws verzinnen. Italiaanse majolicabakkers, die na de Val van Antwerpen in 1585 naar het noorden waren getrokken, brachten de oplossing. Met technische verbeteringen in het productieproces gingen ze hier, met Hollandse klei, verfijnd en chiquer soort aardewerk maken. Het werd een hit in heel Europa. Het aantal bakkerijen in Delft nam van twee in 1600 toe tot dertien in 1650, om daarna snel te groeien tot 29 in 1670.'
De antiekhandelaar wurmt zich door massa’s toeristen in de Nieuwe Spiegelstraat. Aronson: ‘Het is een gezellige, drukke winkelstraat geworden met eetzaakjes, kleding én kunst en antiek. Vroeger waren de kopers van aardewerk de artsen van het Prinsengracht Ziekenhuis om de hoek of museumbezoekers die voorbij wandelden. Dat gebeurt minder, ook omdat het gaat over zeer exclusieve waar. Een paar jaar geleden hebben we de grote winkel op de Nieuwe Spiegelstraat 39 gesloten. De handel was verschoven naar beurzen en naar musea overal in de wereld. Zo vlieg ik naar musea in Phoenix Arizona of Melbourne in Australië, waar ik de directie, conservatoren, vrienden en de patrons tegelijk kan zien. We hebben boven een collega kunsthandelaar nog wel steeds een mooie ontvangstruimte bij ons kantoor. Regelmatig lunch ik er met relaties om vervolgens naar de eregalerij en de William en Maryzaal van het Rijksmuseum te wandelen. Mary Stuart, de Engelse echtgenote van onze Willem III, werd een geweldige ambassadeur van Delfts aardewerk, zowel in Nederland als in Engeland waar zij gelijktijdig koningin van was geworden na de Glorious Revolution van 1688. Mary hield van tuinieren én van Delfts aardewerk en zo is de wereldberoemde tulpenvaas ontstaan. Na zo’n wandeling naar het Rijks neem ik mijn relaties weer terug naar de Nieuwe Spiegelstraat en laat ze vergelijkbare spullen zien die te koop zijn. Het mooist is het natuurlijk dat de verzamelaars aan het eind van hun leven hun verzameling schenken aan het museum. Dan is het rondje compleet. Zo is ook de Delfts aardewerkverzameling van het Rijksmuseum ontstaan, door de verzameling van John Loudon zo’n honderd jaar geleden.’
'Na zo’n wandeling naar het Rijks neem ik mijn relaties weer terug naar de Nieuwe Spiegelstraat en laat ze vergelijkbare spullen zien die te koop zijn.'
Aronson staat op het punt weer de wereld in te trekken met zijn waar. Aronson: ‘Ik sta al meer dan 25 jaar in het Armorygebouw aan Park Avenue in New York. Sinds drie jaar is dat in oktober in het kader van de Tefaf New York waar we met vijf Nederlandse handelaren staan. Verzamelaars uit heel Amerika, van Chicago tot Dallas, vliegen dan in om die beurs te bezoeken. Omdat de stands wat kleiner zijn dan in Maastricht, staat daar alleen het beste van het beste, veelal vers voor de markt. Wij brengen dit jaar een vaas van rond 1700 die heel lang in een verzameling heeft gezeten. Wij hebben er uitgebreide studie naar gedaan en er een publicatie over geschreven die we naar onze klanten sturen die we in New York hopen te treffen. De vaas heeft een unieke vorm en prachtige decoratie met gesponste bomen, een fontein en een chique gezelschap. Het is vaas die je nergens anders tegenkomt, een unicum. Om de vaas te bemachtigen, moet je ongeveer honderdduizend euro meebrengen.’
[2018]