Emile Schrijver, directeur van het Joods Cultureel Kwartier en het Joods Museum in Amsterdam
EEN WANDELING DOOR JOODS AMSTERDAM
Twee dagen voor 7 0ktober 2023 wandelde Koos de Wilt met Emile Schrijver, algemeen directeur van het Joods Cultureel Kwartier en het Joods Museum, door vier eeuwen Joodse geschiedenis in Amsterdam.
Binnen in het gebouw wandelen mensen met een keppeltjes. Het is hier een actieve synagoge, maar ook een museum.
De heiligheid ontleent de synagoge aan de aanwezigheid van handgeschreven Thora, rollen van de eerste vijf boeken van het oude testament.
De oudste, nog functionerende Joodse bibliotheek ter wereld, de Bibliotheek Ets Haim – Livraria Montezinos.
‘Dat zijn preken die bij de inwijding van de synagoge zijn uitgesproken, met ingekleurde prenten en met een handgeschreven overzicht van de kosten van synagoge. Een bijzondere combinatie.’
Dat is een meertalige bijbel met de grondteksten van waaruit de bijbel is samengesteld, het Hebreeuws, Grieks, Latijn en Aramees.’
De museumdirecteur loopt de synagoge uit en de Rapenburgerstraat in, een straat waar voor de oorlog de minder welvarende Joden woonden.
Voor de drie pleintjes tussen de Valkenburgerstraat en de Rapenburgerstraat - het Februariplein, het Koerierstersplein en het Markenplein, voor de filmacademie - ontwierp kunstenaar Sol LeWitt in 1997 een vloerpatroon.
Van de schouwburg hebben we 29 kleuren verf afgehaald en hebben uiteindelijk gekozen om de groene kleur die er in 1962 op zat terug te brengen.
Op de terugweg wandelt Schrijver nog even door het Wertheimpark waar sinds 1993 het Auschwitzmonument van Jan Wolkers staat
Schrijver op het Daniel Jonas Meijerplein, beroemd van het beeld van de Dokwerker en de plek waar op 23 februari 1941 de Ordnungspolizei Joodse mannen bij elkaar dreef.
Voor de ingang van het museum liggen 220 struikelstenen, naar het initiatief van Stolpersteine van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig,
Studenten staan op de steigers voor het maken van kleurige wall drawings van Sol LeWitt
Schrijver loopt het voormalige schoolgebouw in waar druk wordt gewerkt aan de tentoonstellingsruimten, openend met schokkende beelden waaronder de beroemde Life Magazine foto van het zevenjarige jongetje Sieg Maandag die na de bevrijding van Bergen-Belsen langs stapels uitgemergelde lijken loopt.
Emile Schrijver, directeur van het Joods Cultureel Kwartier en het Joods Museum in Amsterdam
EEN WANDELING DOOR JOODS AMSTERDAM
Terwijl actuele gebeurtenissen in Israël om aandacht schreeuwen, gaat de Joodse geschiedenis ver terug. Ook hier in Nederland. Op 5 oktober 2023 een wandeling met de algemeen directeur van het Joods Cultureel Kwartier en het Joods Museum in Amsterdam.
Interview en foto's van Koos de Wilt voor COLLECT
Binnen bij het Joods Museum, op een steenworp afstand van het Amsterdamse Waterlooplein, zijn studenten van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht druk bezig met het maken van kleurige wall drawings volgens de precieze instructies van de kunstenaar Sol LeWitt (1928-2007). Emile Schrijver (1962), algemeen directeur van het Joods Cultureel Kwartier en het Joods Museum in Amsterdam, groet de studenten die op de steigers staan en met verfrollen in de weer zijn. ‘De Amerikaanse kunstenaar was een van de grondleggers van conceptuele kunst’, zegt Schrijver: ‘Het was kunst met de gedachte dat een idee op zichzelf kunst kan zijn. Het maken hoeft niet per se door de kunstenaar zelf te worden gedaan, zoals hier door Utrechtse kunststudenten. Na de tentoonstelling worden de muren gewoon weer overgeschilderd en is het weer alleen een idee.’
Sol LeWitt, zo vertelt de museumdirecteur, was zoon van Joodse immigranten uit Rusland. Volgens de vrouw van de kunstenaar was hij ‘een zeer belijdende niet-gelovige’. In de jaren 80 van de vorige eeuw werd hij lid van een Joodse gemeente in New York, waarvoor hij een synagoge ontwierp en liet bouwen. Schrijver: ‘Ook Nederlandse musea, galeries, verzamelaars en kunstenaars speelden vanaf het begin al een belangrijke rol in de carrière van de kunstenaar. Zijn eerste overzichtstentoonstelling in Europa werd al in 1970 door het Haags Gemeente Museum georganiseerd. En hij werkte toen al samen met de beroemde Amsterdamse galerie Art & Project en had Nederlandse vrienden uit de Nederlandse kunstscene, zoals conceptueel kunstenaar Jan Dibbets, curator Enno Develing en de kunstverzamelaars Mia en Martin Visser.’
Stolpersteine
De museumdirecteur wandelt naar buiten. In het smalle straatje voor de ingang van het museum liggen 220 struikelstenen, naar het initiatief van Stolpersteine van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig, messing herinneringstekens voor slachtoffers van het nationaalsocialisme, veelal vermoord in de vernietigingskampen. Schrijver: ‘Die stenen worden nu ook gemaakt in een atelier in de tuin van het Goethe Instituut hier op de Keizersgracht, waardoor er nog meer stenen kunnen worden gemaakt en het in het straatbeeld nog duidelijker wordt over hoeveel mensen het eigenlijk ging. Ga maar na. Vóór de Duitse invasie woonden er in Nederland 140.000 Joden. Tussen 15 juli 1942 en 3 september 1944 zijn ruim 107.000 Joden op transport gesteld, waarvan er slechts 5200 de concentratiekampen overleefden en terugkeerden naar Nederland.’
Emile Schrijver loopt naar de overkant, naar de Portugese Synagoge, een gebouw dat in de zeventiende eeuw al van buiten door onder andere Gerrit Adriaenszoon Berckheyde is geschilderd en van binnen door Emanuel de Witte. Schrijver: ‘Deze synagoge stamt uit 1675, ingewijd een paar jaar na het Rampjaar. Lange tijd was het de grootste synagoge van de wereld. De heiligheid ontleent de synagoge aan de aanwezigheid van handgeschreven Thorarollen van de eerste vijf boeken van het oude testament. Die kun je nu toevallig zien omdat er een ceremonie wordt voorbereid.’ Binnen in het gebouw wandelen mensen met een keppeltjes. ‘Het is hier een actieve synagoge, maar wij zorgen ook voor een museale functie. We hadden voor COVID jaarlijks zo’n 110.000 bezoekers. Van de leden van deze synagoge heeft tien procent de oorlog overleefd, in Nederland is 75 procent van de Joodse mensen vermoord, op afstand het hoogste percentage van West-Europa. Je moet concluderen dat door ambtenaren en burgers nauwelijks pogingen zijn gedaan om de nazi’s tegen te werken.’
'Van de leden van deze synagoge heeft tien procent de oorlog overleefd, in Nederland is 75 procent van de Joodse mensen vermoord, op afstand het hoogste percentage van West-Europa.'
We zijn nu druk bezig met de laatste voorbereidingen voor de opening van het Nationaal Holocaustmuseum in maart 2024. Wij willen de 102 duizend andere verhalen gaan vertellen in het Nationaal Holocaustm. Aan ons de taak om de massamoord te verbinden met vandaag en te laten begrijpen wat er gebeurt als je mensen uitsluit en ontmenselijkt. Wij willen die individuen proberen hun menselijkheid terug te geven. Dat gaan we doen door ook andere dingen te laten zien dan wat er in de laatste gruwelijke maanden van hun leven is gebeurd. Laten zien dat ze meer waren dan slachtoffers, maar gewone mensen met gewone levens.’ Als het nieuwe museum opengaat, start ook een tv-serie over de Joodse Raad waar ook Schrijver voor is geconsulteerd. ‘Ik denk dat de leiding van de raad onder de omstandigheden heeft geprobeerd te redden wat er te redden viel, maar dat ze daarbij, achteraf gezien, de nodige fouten hebben gemaakt. Ik heb geen moreel oordeel daarover.
Oudste bibliotheek
Naast museumdirecteur is Emile Schrijver thrillerschrijver, bijzonder hoogleraar Geschiedenis van het joodse boek aan de Universiteit van Amsterdam en hoofdredacteur van de Encyclopedia of Jewish Book Cultures. ‘Mijn vader was Joods en ik ben eigenlijk alleen Joods van beroep. Dus niet praktiserend en ook gemengd gehuwd. Ik heb Joodse Studies gedaan hier aan de UvA en was conservator, zowel bij het museum als (nog steeds) bij de collectie van een Zwitserse verzamelaar van Joodse boeken. Ik ben gespecialiseerd in de geschiedenis van die Joodse boeken, niet over literatuur, maar over de overdracht van Joodse kennis via oude boeken, iets wat in de Joodse cultuur bijzonder sterk ontwikkeld is.’
Schrijver naar de oudste, nog functionerende Joodse bibliotheek ter wereld, de Bibliotheek Ets Haim – Livraria Montezinos, in 1616 opgericht als seminarium met bibliotheek.
Schrijver loopt het voorgebouw in van het complex van de Portugese Synagoge, langs de kleine wintersynagoge en door smalle gangen naar de oudste, nog functionerende Joodse bibliotheek ter wereld, de Bibliotheek Ets Haim – Livraria Montezinos, in 1616 opgericht als seminarium met bibliotheek. ‘Ik ben hier ook nog even interim-conservator van geweest. Deze collectie bestaat uit 560 handschriften en zo’n 30.000 gedrukte werken. Vooral op het gebied van het zeventiende en achttiende-eeuwse Jodendom, maar voor een deel gaat het ook over natuurwetenschap, geschiedenis, muziek, proza en poëzie en grammatica. Er is hier een manuscript van uit 1282 van de belangrijkste rabbijn uit het post-Talmoedisch jodendom Mozes Maimonides. Daar komen mensen speciaal voor naar Amsterdam.’ Schrijver wijst naar een enorm boek dat openligt. ‘Dat is een oude, meertalige bijbel met de grondteksten van waaruit de bijbel is samengesteld, het Hebreeuws, Grieks, Latijn en Aramees.’ Op tafel een ander oud boek. ‘Dat zijn preken die bij de inwijding van de synagoge zijn uitgesproken, met ingekleurde prenten en met een handgeschreven overzicht van de kosten van synagoge. Een bijzondere combinatie.’
Pleinen met vloerpatronen
De museumdirecteur loopt de synagoge uit en de Rapenburgerstraat in, een straat waar voor de oorlog de minder welvarende Joden woonden. Voor de drie pleintjes tussen de Valkenburgerstraat en de Rapenburgerstraat - het Februariplein, het Koerierstersplein en het Markenplein, voor de filmacademie - ontwierp kunstenaar Sol LeWitt in 1997 een vloerpatroon. Schrijver: ‘De vierkante stenen hebben het patroon van een platgewalste ster en zijn indertijd door de bevriende kunstenaar Willem Wolff aangelegd. Heel bijzonder en groot, maar makkelijk over het hoofd te zien.’
'Hier zijn in zestien maanden tijd 46 duizend mensen door de ingang gewandeld op weg naar hun dood. Een hele schuldige plek dus.’
Schrijver loopt langs de Hortus Botanicus de Plantage Middenlaan op richting Artis, en komt aan bij de voormalige Hollandse Schouwburg en daar tegenover de voormalige Gereformeerde Kleuterschool. In de twee gebouwen zal vanaf 11 maart het Nationaal Holocaustmuseum gevestigd zijn. ‘De Hollandsche Schouwburg was de verzamelplaats van waaruit Joden naar de kampen werden gedeporteerd. Kijk, hier in het midden heb je nog de tramhalte die er toen ook was. Die zorgde ervoor dat aan de overkant, bij de crèche en uit het zicht, zo’n 600 Joodse kinderen konden worden weggesmokkeld. In het voormalige schoolgebouw is ook nog de plek te zien waar de baby’tjes over de muur werden getild. Het was een soort heb, nu een muur.’ Schrijver loopt het voormalige schoolgebouw in waar druk wordt gewerkt aan de tentoonstellingsruimten, openend met schokkende beelden waaronder de beroemde Life Magazine foto van het zevenjarige jongetje Sieg Maandag die na de bevrijding van Bergen-Belsen langs stapels uitgemergelde lijken loopt. ‘In New York had een oom van Sieg zijn neefje herkend in het magazine. Hij kocht een paar exemplaren en stuurde die op goed geluk naar zijn familie in Amsterdam van wie hij al zolang niet meer had gehoord. Siegs moeder herkende haar zoon onmiddellijk. Hij bleek hier toen in het ziekenhuis tegenover de Diamantbeurs te liggen.’
Schrijver wijst naar de voormalige schouwburggevel. ‘Van de schouwburg hebben we 29 kleuren verf afgehaald en hebben uiteindelijk gekozen om de groene kleur die er in 1962 op zat terug te brengen. Zeventien jaar was dit een lege plek en daarna is de achterkant gesloopt en is een herdenkingsplek geworden. Nu richten we het opnieuw in en laten er onder andere een reflectietuin en een kunstwerk bij maken. Beide gebouwen zijn door Office Winhov omgevormd en in beide gevallen is het een combinatie geworden van historische elementen van het gebouw die bewaard zijn gebleven en nieuwe ruimtes die de bezoekers het gevoel moeten geven dat het hier is gebeurd. Hier zijn in zestien maanden tijd 46 duizend mensen door de ingang gewandeld op weg naar hun dood. Een hele schuldige plek dus.’
Jan Wolkers
In deze wijk woonden tientallen familieleden die tijdens de oorlog zijn vermoord, zo vertelt Schrijver. Toch oogt de museumdirecteur geenszins als een verbitterde en emotionele museumdirecteur. ‘De discussie mag voor mij zeker emotioneel gevoerd worden, maar het moet wel altijd helder blijven. Als mensen antisemitische uitingen doen, dan mag je dat niet bagatelliseren, maar moet je dat gewoon benoemen en niet zeggen dat de betreffende persoon niet weet wat ie zegt. Je moet bij de feiten blijven dus.’
Op de terugweg wandelt Schrijver nog even door het Wertheimpark waar sinds 1993 het Auschwitzmonument van Jan Wolkers staat. ‘Het gedenkteken bestaat uit gebroken spiegels waarin bij dag en nacht de hemel wordt weerkaatst die zich volgens Wolkers na Auschwitz niet meer ongeschonden kan vertonen. Het monument is al verschillende keren beschadigd, niet alleen door al dan niet antisemitisch vandalisme, maar ook door de spanning die op het glas staat. Wolkers lijkt zo langzamerhand bijna gecanceld als kunstenaar, maar dit kon hij als geen ander.’ Schrijver moet zich haasten voor een volgende afspraak en wandelt over het met metalen beveiligingspaaltjes omringde Daniel Jonas Meijerplein, beroemd van het beeld van de Dokwerker en de plek waar op 23 februari 1941 de Ordnungspolizei Joodse mannen bij elkaar dreef. ‘Ondanks dat verleden is het een schitterende plek en ik er ben trots op dat hier leiding aan mag geven. Van hieruit zie je de blauwe hemel, wetende dat er altijd plekken zijn waar er wolken zijn. Daarover moet je realistisch zijn, maar je moet altijd manieren vinden om open te staan naar de wereld.’
[5 oktober, 2023]