Monique Verhulst (directeur Biënnale Kunst in de Heilige Driehoek) en Cock Gorisse (voormalig voorzitter van Stichting Kunst in de Heilige Driehoek)
Anish Kapoor (Bombay, 1954)
Wandeling met Monique Verhulst en Cock Gorisse van Kunst in de Heilige Driehoek in Oosterhout
Een hoopvolle biënnale
Tekst & beeld van Koos de Wilt voor COLLECT
Een biënnale met hoop als thema. In een context van geloof en contemplatie interacteren hedendaagse kunstwerken met de omgeving. Een wandeling tussen kloostergebouwen, kerken en tuinen.
De Heilige Driehoek in Oosterhout is de enige plek in Nederland waar nog een combinatie van drie actieve kloosters bestaat: de Onze Lieve Vrouwe Abdij, de Sint-Paulusabdij en Sint-Catharinadal. Het gebied van zo’n honderd hectaren ligt midden in het Brabantse Oosterhout, het is een unieke plek die met veel inspanning wordt beschermd tegen de oprukkende moderne stedelijke wereld. De muren van de kloosters bakenen het gebied af en waarbinnen de kloosters in alle rust kunnen functioneren. ‘Hier waar we nu zitten is het terrein van Sint-Catharinadal, zegt Cock Gorisse, tot voor kort voorzitter van Stichting Kunst in de Heilige Driehoek. ‘Het is het ommuurde terrein dat wordt bewoond door de zusters norbertinessen. Voor een deel heeft de wereld hier stilgestaan, voor een ander deel is er veel veranderd. Ik kwam hier vroeger als kind. Mijn overgrootvader was hier tuinman, hij woonde in het poorthuis, mijn grootvader groeide hier op, en mijn vader deed met zijn bedrijf hier wel klussen. Tot de jaren zeventig zaten de zusters hier achter tralies binnen, dubbele tralies nog wel. Alleen als ze gingen stemmen, op de KVP natuurlijk, kwamen ze met een geblindeerde bus buiten de muren. De alleroudste zusters weten nog wel hoe het er toen aan toeging. Bij de benedictinessen van de Onze Lieve Vrouwe Abdij gaat het nog steeds om bidden, studeren en werken. Ze komen niet buiten de muren en wonen op een tuin van tien hectaren volgens de sobere, contemplatieve regels van Sint-Benedictus. Heel bijzonder vind ik dat hier in zo’n contemplatieve gemeenschap regelmatig nieuwe aanmeldingen zijn. De Sint-Paulusabdij, aan de andere zijde van De Heilige Driehoek, is de plek van de gemeenschap Chemin Neuf, een jonge gemeenschap, daar gaat het er moderner aan toe, oecumenischer, waarbij sommigen zijn getrouwd en sommigen ook kinderen hebben. Daar zit een grote schil van betrokkenen omheen die er komen bidden, studeren, werken en financieel bijdragen. Zij reiken uit naar de wereld.’
Tot de jaren zeventig zaten de zusters hier achter tralies binnen, dubbele tralies nog wel. Alleen als ze gingen stemmen, op de KVP natuurlijk, kwamen ze met een geblindeerde bus buiten de muren.
Met Kunst in de Heilige Driehoek wordt er nog een andere hand uitgestoken naar de wereld. Vanaf 10 juli tot en met 15 augustus is dit het terrein van de tweede editie van een biënnale van internationale allure. De expositie vindt plaats in delen van de kloostergebouwen, de kloostertuinen, de kloosterkerken en in andere monumentale gebouwen van de Heilige Driehoek. De directeur Biënnale Kunst in de Heilige Driehoek, Monique Verhulst, is druk met de voorbereidingen van de expositie die de twee werelden bij elkaar brengt. ‘In 2017 was het thema Liefde, deze keer hebben we het thema Hoop. In 2023 zal het Geloof zijn. Het zijn woorden die diepgeworteld zijn in het Katholieke geloof, maar die ook houvast bieden aan wat kunstenaars altijd al doen. Het thema Hoop is verbonden met droom en verbeelding, wanhoop en vrees, het is iets dat ons mensen in beweging zet. De curatoren voor deze editie, Hendrik Driessen, voormalig directeur van museum De Pont en kunsthistoricus Rebecca Nelemans, hebben een selectie gemaakt van twintig nationale en internationale kunstenaars, jong en al wat ouder, die met hun kunst een symbiotische verbinding aangaan met de omgeving.’
Sint-Catharinadal
Monique Verhulst en Cock Gorisse wandelen naar het vijftiende-eeuwse hoofdgebouw van Sint-Catharinadal‘. Hier bij de entree komt een houten eenpersoonskapel te staan van Maria Roosen, een troostrijk, hoopvol ontwerp’, zegt Verhulst. ‘Rechts, in de kerk, komen twee albasten sculpturen van Anish Kapoor te staan met daarnaast, aan de wanden, schilderijen van Marc Mulders, geïnspireerd op zowel de christelijke als islamitische boekverluchtiging, een ambacht dat ook door de zusters in Sint-Catharinadal eeuwenlang werd beoefend’, volgens Verhulst. ‘Als je in deze omgeving stapt, kom je in andere sferen. De kunst die hier kunt ervaren moet passen bij de omgeving en als het goed is versterken ze de ervaring van zowel de kunst als de omgeving. De beelden van de Brits Indiase Anish Kapoor laten dat zien. Kapoor is opgevoed met die verschillende culturen en religies, hij zoek steeds naar wat achter de dingen schuilgaat. Het gaat hem om de overgang tussen werkelijkheid en illusie, het gebied waar zijn en niet zijn vervaagt. Dat komt hier in de Heilige Driehoek prachtig tot uitdrukking.’
Geloof, hoop en liefde. Het zijn woorden die diepgeworteld zijn in het Katholieke geloof, maar die ook houvast bieden aan wat kunstenaars altijd al doen.
Buiten lopen de dames om de abdij heen, naar een enorme moestuin met daarachter een nog imposantere wijngaard. Gorisse: ‘Deze op een na grootste van Nederland is in 2015 aangelegd en in 2017 is hier al de eerste wijn gebotteld. Een bijzondere prestatie van de oudere zusters die dit klooster bestieren.’ Verhulst vult aan: ‘Hier naast de wijnranken komt een nieuw sculptuur van Peter Buggenhout te staan. De Belgische kunstenaar maakt ongepolijste sculpturen die lijken op puinhopen, verlaten ruïnes of archeologische vondsten uit andere tijden. Met zijn werk stelt hij vraagtekens bij de toestand in de wereld. Door de sculpturen in een vervreemdende omgeving te tonen zoals deze, krijgt zijn werk extra zeggingskracht en daarmee ook het landschap.’
Kloosterdreef
De dames wandelen verder langs de monumentale, met eikenbomen omzoomde Kloosterdreef die de drie kloosters van de Heilige Driehoek met elkaar verbindt. Voor deze dreef maakte Job Koelewijn een installatie waarin gesproken tekst de hoofdrol speelt. Tijdens de wandeling horen de wandelaars de voornamen van honderden medemensen die door steeds weer andere stemmen worden uitgesproken, in de hoop op een antwoord. Het werk gaat contact maken en wederzijds respect. We wandelen nu een eigen route, maar de bezoekers van de biënnale beginnen – coronaproof – in het boerengedeelte bij de Paulusabdij. Verhulst: ‘Waar je ook kijkt, zullen kunstwerken te zien zijn. Hier op een oud trapveldje zijn vier boompjes gepland ter vervanging van het dode hout van de oude doelpalen. Kunstenaar Maarten Baas wilde altijd al iets doen met doelen, zo vertelde hij. Growing Goals moet een werk zijn waarin zowel vanzelfsprekendheid en vervreemding een rol spelen.’ De directeur van de biënnale wijst naar de andere kant van het pad waar een enorme installatie komt te staan van de Belg Leendert Van Accoleyen. Verhulst: ‘Leendert maakt beelden en installaties waarmee hij letterlijk en figuurlijk naar de hemel reikt. Zijn werk Transport naar Mars uit 2019 is een liefdevolle poging om een omgevallen boom weer op te richten en tot leven te wekken. Een beeld van hoop dus dat doet denken aan de wederopstanding.’ Iets verderop zal Maria Roosen de afrastering van het naastgelegen weiland versieren en daar weer achter, in oude schuur, komt Globalloon van Meschac Gaba te hangen, een installatie van vijf meter doorsnee dat is samengesteld uit onderdelen van honderden nationale vlaggen. Verhulst: ‘Met deze alternatieve versie van de wereldbol wil de kunstenaar een indrukwekkend beeld geven van de hoop en noodzaak van saamhorigheid.’
Sint-Paulusabdij
Even verderop, aan de kerk van de Sint-Paulusabdij, wordt een neonkunstwerk van Sef Peeters opgehangen, zo wijst Verhulst naar de bovenzijde van de kerkgevel: ‘Een knipperend neonlicht met de tekst UP, dat ons in al zijn eenvoud uitdaagt om te reflecteren op waar dit ons toe oproept.’ De dames kuieren verder de kerk in waar voorin een installatie komt te staan van de jonge kunstenaar Juliëtte Minchin. Verhulst: ‘Het verstrijken van de tijd speelt steeds een grote rol in Juliëttes werk. Voor de Biënnale maakt zij een vijf weken brandende variant van haar beeld La viellée au Candélou (De wake bij kaarslicht) uit 2019. Het kubusvormige werk roept referenties op aan zowel het islamitische heiligdom de Ka’aba, als aan het spirituele ritueel van het branden van kaarsen ter nagedachtenis aan overleden dierbaren.’
De kunst die hier kunt ervaren moet passen bij de omgeving en als het goed is versterken ze de ervaring van zowel de kunst als de omgeving.
We lopen verder de kerk in. Verhulst: ‘Daar bij het koor, komt een crucifix te hangen van Robert Zandvliet met aan beide zijde engelen van Berlinde De Bruyckere. Met zijn kwaststreken realiseert Zandvliet een schilderkunstige ruimtelijkheid waarbij de vormen nooit helemaal abstract worden en er steeds een verwijzing blijft bestaan naar de zichtbare werkelijkheid. Bij De Bruyckere staat het menselijk lichaam centraal met terugkerende thema’s als kwetsbaarheid, vergankelijkheid en eenzaamheid. In de gang met nissen worden bij de kleine altaartjes vier video’s van Bill Viola getoond. Wat bezoekers hier zien is het werk dat hij eerder maakte voor de Saint Paul’s Cathedral in Londen, de installatie getiteld Martyrs. De christelijke traditie en religieuze symboliek, maar ook het Japanse Zenboeddhisme vormen een bron van inspiratie voor de Amerikaanse kunstenaar. Door de gefilmde beelden vertraagd af te spelen, rekt hij het momentane uit en wordt onze ervaring van de handelingen verhevigd. Met de video’s stelt Viola de vragen: waarvoor zou jij je leven willen geven? Voor welk ideaal, voor welk hoger doel?’
Na ruim twee kilometer wandelen, kijken en contempleren zullen de bezoekers de kerk verlaten via de naastgelegen kloostergang, waar een groot werk van de jonge Syrisch/Nederlandse schilder Rabi Koria te zien zal zijn. Verhulst: ‘Hier wordt de Syrische cultuur verbonden met de onze. Honderden handbeschilderde tegels zullen aaneengesloten over vrijwel de volledige lengte van de gang liggen en een rivier suggereren die twee kanten op lijkt te stromen. De tijd heeft hier geen begin en geen einde, alles is vloeiend en oneindig. Een hoopvolle afsluiting van de biënnale, lijkt mij.’
mei 2021
Jeppe Hein (Kopenhagen, 1974)
Meschac Gaba (Cotonou, Benin, 1961)
Peter Buggenhout (Dendermonde, 1963)
Zuster Dorothe in de tuinen van het klooster
Robert Zandvliet (Terband, 1970)
Bill Viola (New York, 1951)
Martin & Inge Riebeek (Haarlem, 1957/ Wageningen, 1964)
Berlinde De Bruyckere (Gent, 1964)
Maria Roosen (Oisterwijk, 1957)
Bill Viola (New York, 1951)
Juliette Minchin (Clamart, 1992)
Marc Mulders (Tilburg, 1958)