DE DOORBRAAK
van Jan des Bouvrie (1942), interieurontwerper
‘CRISIS IS HET BESTE WAT JE KAN OVERKOMEN’
1950 – DYSLEXIE IS EEN GAVE
Ik ben woordblind, maar mijn moeder had een professor gevonden die zei dat dyslexie een gave was. Leonardo da Vinci, Mozart, Picasso en Einstein waren het ook. School ging niet, maar ik vond het leven leuk en als ik niet in het meubelvak zou kunnen, kon ik altijd nog waterskileraar of barkeeper worden. Toch meldde mijn ouders mij aan bij de kunstnijverheidschool (later Rietveld Academie) , alhoewel ik helemaal niet de diploma’s had. Voor de presentatie had ik een glazen woonboot gemaakt. Drie dagen heb ik voor de brievenbus gewacht en toen viel eindelijk de envelop op de mat. Aangenomen! Het mooiste moment van mijn leven. Ook nu zijn er talentvolle kinderen die hun school niet kunnen afmaken omdat ze niet goed kunnen lezen. Voor die kinderen is de Jan des Bouvrie College en de Jan des Bouvrie Academie.
1960 – ZIEN IS VERKOPEN
Mijn opa zei altijd: ‘zien is kopen’. Na de militaire dienst ging ik in de Goed Wonen winkel van mijn ouders aan de slag. Daar kreeg ik op een dag van de importeur van Charles Eames zes chaises longue die ik in de winkel mocht plaatsen. Ik zette ze mooi neer naast een marmeren tafel met afgeknipte rozen. Mijn vader zette daar een rol linoleum naast met de tekst: twee meter breed 20 gulden. ‘Anders weten mensen niet dat we ook linoleum verkopen’. Vreselijk vond ik dat en onder luid protest haalde ik die rollen weg. Die zaterdag kwam een bankdirecteur in de winkel die die stoelen fantastisch vond. Ik heb ze toen alle zes in mijn Deux Cheveux naar die man gaan brengen. Op zicht. Hij kocht ze allemaal, voor 1600 gulden per stoel. Mijn vader ging door het dak. Hetzelfde doe ik met kunst. Gewoon ophangen bij mensen.
1975 – HET LEVEN OPSLURPEN
Met mijn grote vriend Gerard Fagel ben ik wel tien keer de wereld rondgereisd. In de mooiste steden van de wereld gingen we eindeloos uit en drie keer per dag eten in de beste restaurants waar we de mooiste vrouwen en gekste mensen ontmoetten. We leerden daar hoe je mensen kunt verwennen. Aan het eind van de reis hadden we vaak geen cent meer over. We noemden American Express, American Depress. Maar daarna verdienden we een veelvoud terug, Gerard met zijn Hoefslag en ik met mijn winkel. Beethoven heeft eens gezegd: de muziek zat in de lucht, ik ben alleen op aarde om de noten op te schrijven. Ik heb dat soms ook als iets teken en denk: waar haal ik dat nou vandaan? Maar het komt vooral van alles wat ik heb mogen zien en meemaken.
1989 - ZAKENDOEN VANUIT VRIENDSCHAP
Toen Gerard bij een inbraak in zijn huis werd neergeschoten, dacht ik dat mijn enige vriend dood was. Maar toen realiseerde ik mij dat Monique ook een vriend was. En die zat gewoon thuis met mijn dochter. Dezelfde dag heb ik haar ten huwelijk gevraagd. Geen dag spijt van gehad. Ze is enorm eigenwijs, maar vraagt nooit: waar ben je geweest? Liefde is een kriebel, maar dat gaat over. Echte vriendschap niet. Ook zakelijk. Ik had acht jaar geleden eens iets gedaan voor Carol Dona van Ricoh en vorig jaar belde hij mij op en zei: ‘Jan, red me!’ Hij zat tussen allemaal architecten met wie hij er niet uitkwam. Nu staat er een geweldig pand in Den Bosch waarbinnen ik de inrichting heb mogen doen.
2008 – CRISIS BETEKENT LETTERLIJK KANS
Ik heb drie keer een crisis in mijn leven meegemaakt waarbij ik mij steeds afvroeg: hoe kom ik hier zonder faillissement uit? Achteraf zijn dat de mooiste momenten van mijn carrière geweest. Het woord crisis komt uit het Grieks en betekent scheiden en beslissen, een moment van waarheid dus. Na de crisis word je alert en het wordt altijd weer goed. Misschien wel veel beter. Ik zie mensen nu weer aan stoffen voelen en vragen stellen. Ik heb ook met net zo veel liefde lampen voor 29 euro gemaakt voor Gamma. Dat zijn net zo’n goede lampen, maar door de grote aantallen goedkoop. Degene die het geld heeft is the man in the street.
2010 – POSITIEF IN DE DONKERSTE MOMENTEN
In 2010, ik had net een lintje gekregen, werd ik aangehouden in verband met een vastgoedfraudezaak. Ik wist nergens van, maar heb toen wel de gevangenis van binnen mogen zien. Daar zat ik dan met een potloodje en een papiertje terwijl ik het geschreeuw om mij heen hoorde. Maar zelfs daar probeerde ik positief te blijven en door te gaan.