‘Lucretia en Hendrik woonden in het breedste pand op de Gouden Bocht. Daar is niks meer van over. De Vijzelstraat moest breder.’
Hier is de galerie van Jan Six XI, maar de familie is onlosmakelijk verbonden met de zogenaamde “polder”, het blok verderop op de Herengracht, tussen de Leidsestraat en de Amstel’
Op de Herengracht 495 stopt Jan Six XI bij het huis waar Jan Six II (1668-1750), zoon van Jan Six I, ooit woonde.
Hier ergens moet de tienjarige Mozart hebben gespeeld op een clavichord dat door de familie speciaal voor het bezoek was aangeschaft.
Op de Herengracht 619, vlakbij bij de Amstel, staat het pand dat Jan Six I (1618-1700) rond 1667 liet bouwen door Adriaan Dortsman (1635-1682).
Het huis aan de Amstel, aan de rivier, waar Jan Six XI is opgegroeid. Zijn ouders wonen er nog.
Jan Six I was wel de eerste grote verzamelaar van de familie. Zijn huis was gevuld met vijf Rembrandts, een Holbein, een Van Dijck, een Frans Hals, een Ferdinand Bol, een Rubens, vier Tintoretto’s en vier Titiaans.
Wandeling met jhr. drs. Jan Six (1978), kunsthandelaar
‘Onze familiegeschiedenis ligt tussen de Leidsestraat en de Amstel’
Tekst & foto's van Koos de Wilt voor Collect (2020)
De wandeling begint bij een zeventiende-eeuws pand om hoek van de Leidsegracht, een ontwerp van de architect van het Trippenhuis, Justus Vingboons. Hier aan de Herengracht 390 is op de begane grond Jan Six Fine Art galerie gevestigd, kunsthandel in oude meesters. Jan Six is casual gekleed in spijkerbroek en sweater en laat een schilderijtje zien van de hand van Gerard Dou dat hij te koop heeft staan. Een fijn werkje van een lachend meisje met een kandelaar aan een venster, het hangt prachtig boven de bureaus van Jan en zijn assistente Pam van Olst. Het is tijd voor de wandel. Jan doet zijn jas aan, typt codes in van zijn beveiliging en beklimt de bocht naar rechts de Herengracht op, een gracht die in zijn genen zit. ‘De familie is onlosmakelijk verbonden met de zogenaamde “polder”, het blok verderop op de Herengracht, tussen de Leidsestraat en de Amstel’, zo legt Six uit. ‘Verder kwam de familie niet. Behalve tijdens de zomermaanden, dan stonken de grachten te erg en ging men de stad uit, naar ’s Gravenland.’ Onderweg, over de Leidsestraat begroet Six zijn broer die toevallig in de auto voorbijrijdt. Aan de overkant wijst Six naar het pand op de Herengracht 458 waar kunsthandelaar Jacques Goudstikker ooit gevestigd was. ‘Daar op de trap is in 1941 de Nazi legerleider Hermann Göring gefotografeerd toen hij werk kwam uitzoeken in het pand van de gevluchte en toen inmiddels omgekomen Joodse kunsthandelaar’, vertelt Six: ‘In de gevel zie je nog de gaten van het naambord. Ik ben daar eens ik op zolder op zoek gegaan naar verfspatten van toen de vervalser Han van Meegeren na de oorlog voor de rechtbank moest bewijzen dat hij de schilder was van de zogenaamde Vermeers.’
‘Waar het mij om gaat is de ziel die door de bewoners in een pand wordt gebracht. Mooie spullen die mensen naar binnen brengen. Schilderijen, kleden, beelden en snuisterijen. Dan begint een pand te leven.'
Jan Six II
Op de Herengracht 495 stopt Jan Six XI bij het huis waar Jan Six II (1668-1750), zoon van Jan Six I, ooit woonde. Hij wijst naar de fasces op de gevel, bundels houten roeden die een bijl insluiten. ‘De fasces verwijzen naar de rechtsgang en daarmee naar het feit dat hij gedurende 32 jaar lang burgemeester was van Amsterdam.’ De gevel is in Lodewijk XIV-stijl, het interieur in Lodewijk XVI-stijl. Na de aankoop werd het pand in 1739 omgebouwd naar het ontwerp van de Franse bouwmeester Jean Coulon. In 1740 werd er ook een marmeren balkon aangebouwd. Daarop de spreuk ‘oMnIa orta oCCIDVnt’ (‘Al wat ontstaan is, vergaat’). Van de tweede verbouwing is in de Collectie-Six nog een zilveren hamer en troffeltje bewaard gebleven die werden gebruikt voor de eerste spijker en de eerste steen. In het kapitale huis woonde ook Jan Six III (1730-1779). Jan Six IV (1756-1827) verkocht het pand in 1787 toen hij introk bij zijn vrouw Johanna Hop op de Herengracht 414. De Jan Six van nu is nooit binnen geweest op Herengracht 495, maar wordt nu uitgenodigd door een dame die, net haar Franse collega’s uitlatend, in het pand voor een Franse bank werkt. ‘Kom even binnen’, zegt ze. ‘Je vader is hier een paar jaar geleden ook binnen geweest, ik had u ook wel verwacht.’ Ze gaat Jan voor naar de mooiste stijlkamers, een enorme, lege ruimte waar zij zelf zetelt. Hier ergens moet de tienjarige Mozart hebben gespeeld op een clavichord dat door de familie speciaal voor het bezoek was aangeschaft. Nu zijn in het pand een paar financiële bedrijven gevestigd. Beneden aan de voorkant een jong cosmeticabedrijfje. Posters van hippe modellen hangen aan de ramen van het statige pand. Beneden aan de achterkant van het pand, waar ooit de keuken was, bevindt zich een lege ruimte met nog een enorme schouw. ‘Hier moet zeker twintig man personeel hebben gewerkt’, zegt Six. ‘En kijk’, zegt hij als hij een kastje opendoet. ‘Dat marmer onderin hield de kazen koel. Ik stel me voor dat de oude bolle Six af en toe naar beneden liep om wat eten te halen in de keuken.’ Bij de personeelsingang wijst Six naar de okerkleurige deurposten. ‘Dat waren de kleuren voor het personeel. Heel goedkoop en goed tegen vliegen. Maar leuke is wel dat alles prachtig is afgewerkt.’
'De familie woonde hier op de zogenaamde “polder”, het blok op de Herengracht tussen de Leidsestraat en de Amstel. Behalve tijdens de zomermaanden, dan stonken de grachten te erg en ging men de stad uit, naar ’s Gravenland.'
Hendrik Six
Six wandelt verder de Gouden Bocht af richting de Vijzelstraat. Op de hoek stopt hij om te vertellen over een enorm pand dat hier honderd jaar geleden nog stond. Toen gedurende en na de arme Napoleontische jaren het familiekapitaal van de familie Six opraakte, trouwde Hendrik Six (1790-1847) in 1822 met Lucretia Johanna van Winter (1785-1845), dochter van de dichter en vooral steenrijke houthandelaar Pieter van Winter (1745-1807). Hij was ook verzamelaar en in diens collectie bevonden zich Marten Soolmans en Oopjen Coppit van Rembrandt, Het straatje van Johannes Vermeer, De brief van Gerard ter Borch, Het oestereetstertje van Jan Steen en Het portret van Ephraim Bueno van Rembrandt. Ook dochter Lucretia was een fanatieke verzamelaar die de collectie uitbreidde tot 176 topschilderijen. Six: ‘Lucretia en Hendrik gingen hier wonen op de Herengracht 509-511, toen het breedste pand in de Gouden Bocht. Daar is niks meer van over’, zo vertelt de kunsthandelaar midden op de drukke Vijzelstraat waar hij aanwijst hoe ver het pand vroeger doorliep. ‘Het enorme pand is in 1917 gesloopt voor verbreding van Vijzelstraat. De familie werd gesommeerd om te verhuizen en is de toenmalige burgemeesterswoning aangeboden dat niet aan de gracht lag, maar aan de rivier, de Amstel dus. Dat moet slikken zijn geweest. Dat is het huis dus waarin ik ben opgegroeid.’
Jan Six I
Een kilometer verder op de Herengracht 619, vlakbij bij de Amstel, staat het pand dat Jan Six I (1618-1700) rond 1667 liet bouwen door Adriaan Dortsman (1635-1682), bekend van de beroemde ronde Lutherse Kerk aan het Singel en het huidige Museum Van Loon. Op het pand de aanduiding SaLVS hVIC DoMVI (‘Zegen over dit huis’). ‘Hier is weinig bezieling meer te zien’, zegt Six als hij een man in beveilingingspak achter pantserglas aan een strak moderne balie ziet zitten. Ook hier zijn allerlei financiële bedrijven gevestigd. Six: ‘Waar het mij om gaat is de ziel die door de bewoners in een pand wordt gebracht. Mooie spullen die mensen naar binnen brengen. Schilderijen, kleden, beelden en snuisterijen. Dan begint een pand te leven. Dat is er niet in veel panden op de Herengracht.’ Toch dit is wel het pand waar de meest beroemdste Jan Six uit de geschiedenis heeft gewoond, de vriend van Rembrandt, de dichter die trouwde met de dochter van de burgemeester-hoogleraar Nicolaes Tulp, Margaretha Tulp. Zowel Nicolaes Tulp als Jan Six I zijn door Rembrandt wereldberoemd gemaakt. Tulp als de man van de anatomische les, een van de topstukken van het Mauritshuis en Jan Six is geportretteerd op misschien wel het mooiste portret uit de kunstgeschiedenis, een jonge man die zijn handschoenen aandoet. Met alleen zijn carrière zou niet zo beroemd zijn geworden. Hij werd slechts eenmaal burgemeester, in 1691. Jan Six I was wel de eerste grote verzamelaar van de familie. Zijn huis was gevuld met vijf Rembrandts, een Holbein, een Van Dijck, een Frans Hals, een Ferdinand Bol, een Rubens, vier Tintoretto’s en vier Titiaans. Van wat daar van over was, was tot 1915 gehuisvest in het dubbele woonhuis aan de Amsterdamse Herengracht 509-511.
Vlak voor Jan XI zijn kinderen met de fiets van school moet halen in de Jordaan, nog even een bezoek aan de plek waar nu nog het portret van Jan Six I hangt, Amstel 218. Jan Six V verhuisde naar dit pand waar sindsdien de Collectie-Six is ondergebracht. Hier aan de Amstel hangt de collectie met werken van Frans Hals, Paulus Potter, Govert Flinck, Michiel van Mierevelt, Gerard ter Borch, Nicolaes Maes en Ferdinand Bol. Jan Six XI is ertussen opgegroeid. Six: ‘Mijn assistent Pam heeft hier toen ik klein was nog rondleidingen gegeven. Zij kende de collectie nog voor ik ermee bekend werd.
[2020]