Wandelen met fotograaf/kunstenaar Jeroen Hofman
Het perspectief van een hoogwerker
‘Hier ben ik begonnen met werken vanaf een hoogwerker’, zegt de van oorsprong Brabantse fotograaf als hij langs een watervalletje loopt in het Amsterdams Westerpark. ‘Hier schoot ik de foto’s waarbij Amsterdammers met hun vrienden en kinderen recreëren rondom dat stadse watertje. Ze laten zien hoe kleinbehuisde stedelingen hun park gebruiken als hun achtertuin.’
Koos de Wilt voor COLLECT
Eiland, 2019
Meierblis, Texel, 2018,
Noise #1, Texel, 2018,
Colijnsplaat, Noord Beveland, Zeeland
Verdronken land van Saeftinghe, Zeeuws Vlaanderen, Zeeland
Even verderop in het park heeft Jeroen Hofman hetzelfde gedaan voor een foto waarbij recreanten zich verzamelen rondom een ander watertje. Niemand lijkt zich te realiseren gefotografeerd te worden. Hofman: ‘Ik doe altijd een oranje jasje aan zodat het lijkt of ik voor de gemeente werk. Als ik dan bovenaan de glazenwassershoogwerker sta, neem ik de tijd zodat ik na een tijdje niet meer opval. Het is een hoogte waar je de mensen beneden niet meer kunt verstaan en de vogels net boven je net niet meer kunt grijpen. Het is een positie van rust, van onafhankelijkheid. Je kunt iets persoonlijks laten zien en tegelijkertijd de gelaagdheid van het landschap tonen.’
‘Het is een hoogte waar je de mensen beneden niet meer kunt verstaan en de vogels net boven je net niet meer kunt grijpen.’
Op de steiger weet Hofman precies wat hij wilt. ‘De foto zit al af in mijn hoofd. Ik hoef het alleen nog maar te vinden. Soms moet ik wel zes keer terugkomen om het te vinden’, zegt de fotograaf. ‘Voor mijn werk gebruik ik een Phase One, een honderd miljoen pixel camera met een digitale achterwand die ik plaats op een technische camera. Van alles dat ik schiet ga ik uiteindelijk één beeld bewerken met een grader die ik precies aangeef wat ik wil in kleur, in sfeer, in belichting. Ik zoek daarbij steeds het punt waar het monumentaal wordt, maar nog wel fotografie blijft.’
'Ik zoek steeds het punt waar het monumentaal wordt, maar nog wel fotografie blijft.’
Mensen uit het landschap
‘Ik ben geboren in Beek en Donk, een kleine gemeente in de buurt van Helmond’, vertelt de kunstenaar. ‘Mijn ouders zaten beiden in de verpleging, hardwerkende mensen. Ik fietste naar school door de landschappen en werkte tijdens de vakanties op het land om asperges te steken. Ik was altijd al bezig met het landschap. Nederland is heel vlak, met in het midden altijd de horizon, de eeuwige streep.’ Jeroens broer werd Korporaal bij de Koninklijke Marine, zijn zus ging de verpleging in en hij ging naar de kunstacademie. Hij studeerde in 2002 af aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en specialiseerde zich eerst in toegepast werk, werelden van zware beroepen, oefenterreinen van de brandweer en mariniers. ‘In de loop van de tijd werden de terreinen steeds belangrijker en werden de mensen erin kleiner, eigenlijk zoals mensen verdwenen in de landschappen die de Hollandse oude meesters schilderden in de zeventiende eeuw’, vertelt Hofman. ‘Uiteindelijk is daar Playground uitgerold, een serie waarmee ik de Zilveren Camera won en een boek van heb gemaakt. Semi-landschappen en semi-documentair, allemaal vanaf de glazenwassershoogwerker geschoten. Dat is de kick-off geworden van mijn carrière. Van daaruit ben ik af en toe Amsterdamse parken gaan fotograferen. Daar ontstond een serie uit, in verschillende seizoenen, bij verschillend licht en met verschillende groepen mensen erin. Een drijfjacht met paarden in het Amsterdamse Bos bijvoorbeeld of een kinderfeestje in het Vondelpark.’
‘Met mijn werk probeer ik zo scherp mogelijk te registreren wat er nu gebeurt, met in mijn achterhoofd de oude meesters van het landschap, de lichtinval van Ruisdael, de lakenvelden van Philip Koninck, het stadsgezicht van Vermeer en de abstractie van het vroege werk van Mondriaan.’
Hoofd vol beelden
Als kind werd Jeroen door zijn ouders vaak meegenomen naar musea. Hofman: ‘Met mijn werk probeer ik zo scherp mogelijk te registreren wat er nu gebeurt, maar in zijn achterhoofd zitten de oude meesters van het landschap. De lichtinval van Ruisdael, de lakenvelden van Philip Koninck, het stadsgezicht van Vermeer en de abstractie van het vroege werk van Mondriaan. Dat is de bibliotheek die ik in mijn hoofd heb opgebouwd.’
Hoe laat de kunstenaar zich beïnvloeden door fotografie? ‘Mijn huidige galeriehouder Wouter van Leeuwen laat mij boeken zien, soms van fotografen die ik helemaal niet ken, zoals de Texaanse fotograaf Bryan Schutmaat en de Fin Pentti Sammallahti. Het is fijn om je hoofd vol te stoppen met mooi beeld. Met de foto’s van landschappen van Michael Wolf, Edward Burtynsky, Gregory Crewdson en Andreas Gursky. Niemand begreep waarom zijn Rhein II voor zes miljoen is verkocht, zo’n enorm bedrag voor een foto van een leeg rivierlandschap. Ik vind het te weinig! Het is eind jaren negentig gemaakt in de tijd dat niemand zo durfde te fotograferen. Ik kan er uren naar kijken. Voor mijn heeft het dezelfde perfectie als de gulden snede. Het klopt van voor tot achter. Gursky is een van de eerste fotografen die gecomponeerde beelden maakte, maar feitelijk deden de oude meesters dat ook, die schilderden binnen wat ze buiten hadden gezien. Het is ook monumentaal werk. En daar hou ik van. Daarom vind ik het ook zo fijn om vanuit een hoogwerker te werken in plaats van met een drone. Als je de tijd neemt, pak je het juiste licht, met de juiste mensen en de schapen op de juiste plek. Je kunt wachten op het landschap. Wachten tot het is, precies zoals ik het in mijn hoofd heb.’
'Gursky is een van de eerste fotografen die gecomponeerde beelden maakte, maar feitelijk deden de oude meesters dat ook.'
De VS en Japan
Ook buiten Amsterdam ging Hofman aan de slag. ‘Ik ben naar Rotterdam gegaan, bijvoorbeeld onder het Rotterdamse Euromast en het Kralingse Bos en stukje bij beetje ontstond mijn eigen handschrift.’ Hofman nam zelfs zijn hoogwerker mee op de pont om op Texel te gaan fotograferen. ‘Daar op de eilanden ontdekte ik een nieuwe vorm van landschappen, waarmee er meer rust ontstond in mijn werk, meer ritmes en vormen, een kwelder die in de mist verdwijnt of een dijk met schapen. Het werd meer het landschap an sich. Jochem Myjer heeft twee werken gekocht en zei me: “Ik word zo rustig van jouw beeld”. Van die Eiland-serie komt – als de corona het toelaat – van de zomer een boek uit en een tentoonstelling in het Haags Fotomuseum.’
'Jochem Myjer heeft twee werken gekocht en zei me: “Ik word zo rustig van jouw beeld”.
Naast de tentoonstelling en het boek is Hofman bezig met België. ‘Ik was daar vorig jaar begonnen tot ik door de lockdown niet meer verder mocht. Toen ben aan de Zeeuwse kust gaan kijken in de tijd dat ook Nederland op slot ging. Daar ben ik in maart mee begonnen met mijn laatste spaargeld en dat bleek een succes. Een paar werken zijn inmiddels aangekocht door privé-verzamelaars en het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor ambassades.’ Als het aan Hofman ligt, gaat hij nog verder de grens over. ‘Hierna wil ik naar Frankrijk, waarbij Zeeland, België en Noord-Frankrijk, één serie moet worden onder de titel ‘Nord’. Het laat zien hoe divers de kustlijn is. Ik zie het als vingeroefeningen om later mee naar Amerika of Japan te gaan. In de VS wil ik landschappen laten zien met een politieke lading. Bejaarde Trump- en Bidenstemmers in golfkarretjes bijvoorbeeld, gefotografeerd wederom vanuit een hoogwerker. Dat geeft direct een lading. In Japan wil ik op zoek gaan naar lijnen en strepen landschappen.’
[2021]