top of page

Johann Sebastian Bach aan de hand van Johannes Vermeer

‘Bij Bach is er een balans tussen rede en gevoel’

In gesprek met Jos van Veldhoven

De componist werd tien jaar na de dood van de schilder geboren. De ene bracht zijn hele leven door in Duitsland en de ander in Delft. De een had een omvangrijk oeuvre, de ander maar een klein. Tóch hebben Johann Sebastian Bach (1685-1750) een Johannes Vermeer (1632-1675) veel gemeen. Ze zijn beiden publiekslievelingen, hun kunst is tegelijkertijd zowel zeer complex als glashelder. Ze zijn beiden zeer van het detail, maar wars van pathos. Ze roepen beiden allerlei persoonlijke associaties op, maar we tasten tegelijkertijd vaak in het duister bij wat hun bedoelingen waren. Wat is het dat ons zo aanspreekt bij de beide grootmeesters? Jos van Veldhoven, sinds 1983 artistiek leider van de Bachvereniging, legt Bach uit aan de hand van zes opvallende kenmerken van het werk van Vermeer.

Koos de Wilt voor Wijzer.

 

1. In de mode

Buiten Holland was de naam van Vermeer tot de tweede helft van de negentiende eeuw vrijwel onbekend. Bijna 200 jaar lang was hij vrijwel vergeten. Inmiddels is hij een van de beroemdste schilders van de kunstgeschiedenis. Ook Bach is bijna honderd jaar uit de mode geweest…

Van Veldhoven: ‘In vakkringen is Bach met zijn klavierwerken nooit uit het zicht geweest, maar daarbuiten wel. “Mode is is datgene wat morgen weer uit de mode is”, zei Coco Chanel eens. In het begin van de negentiende eeuw snapte men Bach niet, het was muziek van een andere tijd. Men vond hem niet emotioneel genoeg, te rationeel, ze zagen de ziel niet. Mendelssohn-Bartholdy heeft in 1829 de Mattheus Passion voor het eerst weer opnieuw uitgevoerd, maar dat was nog lokaal, alleen in Berlijn. Pas toen de eerste grote Bachuitgaven waren gedrukt, half negentiende eeuw, gingen de poorten open voor de rest van de wereld. Toen ontdekte men dat ze met iets volstrekt unieks te maken hadden. Alle grote componisten, van Brahms tot Kagel en Gubaidulina, hebben sindsdien, heel nederig, in Bach hun meerdere erkend. Maar het duurde overigens nog tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw tot men zich ging afvragen hoe Bach zelf zijn uitvoeringen gedaan zou hebben.’

2. Complex en glashelder

Vermeers tentoonstellingen, zoals die van 1995/96 in Den Haag en Washington DC, zijn kaskrakers. Het ‘Meisje met de parel’ werd een paar jaar geleden door Trouw lezers nog uitgeroepen tot ‘Het mooiste schilderij van Nederland’ (met Vermeers ‘Gezicht op Delft’ op nummer 2). Iedereen lijkt te worden geraakt door Vermeer. Toch is zijn werk bijzonder complex. Ook Bachs Mattheus Passion in Naarden trekt jaarlijks 12 duizend bezoekers naar de kerk, staat in de klassieke top-1000 op de eerste plaats, én is ingewikkeld…

 

'Wij zijn op zoek naar een ziel in deze wereld die zijn verstand verloren lijkt te hebben. Met Bach onderhoud je de ziel van de wereld.'

Van Veldhoven: ‘We kennen veel voorbeelden van makkelijke muziek die wereldberoemd is geworden. Bach is een atypisch, want zijn muziek is niet makkelijk. Bij de allermooiste melodieën, die direct tot het hart spreken, vinden we tegelijkertijd een buitengewoon complex web van polyfonie. Ook de eenstemmige viool of cello zitten vol met suggesties naar harmonie, naar dissonantie en zelfs contrapunt. Terwijl het eenstemmig is. Dat is bijna tovenarij. Je kunt een moeilijke componist beroemd maken met publiciteit en reclame, maar ik denk dat er bij Bach iets anders aan de hand is. Volgens mij heeft het te maken heeft met het feit dat wij op zoek zijn naar een ziel in deze wereld die zijn verstand verloren lijkt te hebben. Met Bach onderhoud je de ziel van de wereld. Je zou Mozart missen als je hem niet meer had, maar Mozart is aardser, van hier en nu, hij geeft je een briljant moment dat je meemaakt. In het onderhoud van je ziel is Bach veel beter. Bach laat je zoeken naar dieper lagen in jezelf. In het hart van de mensen die zich daarvoor willen openstellen is er een hele goede intuïtie naar iets wat authentiek is, echt is. En dat is de muziek van Bach. Muziek zonder opsmuk, muziek ook waarbij de kunstenaar tot de kern van de dingen weet door te dringen.’

 

3. Wat bedoelen ze nu eigenlijk?

Over Johannes Vermeers leven, wat hij dacht en wat hij bedoelde met zijn werk, weten we weinig. Hij liet ook geen brieven, geen tekeningen of schetsen achter. We tasten in het duister over zijn bedoelingen. Ook van Bach weten we weinig…

Van Veldhoven: ‘Bach is niet uitvoerig in zijn uitleg. Of hij zijn Mattheus Passion nu met een kleine of grote bezetting wilde en of het snel of langzaam gespeeld moet worden; we weten het niet. Hij laat veel ruimte aan degene die hem moeten uitvoeren. Zijn Mattheus Passion is in de afgelopen honderden jaren vaker in grotere dan kleinere bezetting uitgevoerd, in de muziektraditie van de negentiende eeuw. Met een kleinere kamermuziekbezetting maak je het mogelijk om ingewikkelde constructies inzichtelijker te maken, intiemer en persoonlijker. Bach gebruikte bijvoorbeeld soms tien tot vijftien stemmen tegelijkertijd. In een grote uitvoering is dat ontzettend moeilijk helder te krijgen. Daarom is een kamermuziekbezetting beter.’

 

4. Openheid

De door Vermeer geschilderde vrouwen roepen persoonlijke associaties op bij wat ze denken terwijl ze geconcentreerd bezig zijn met het schrijven of lezen van brieven of het uitschenken van melk. Ook bij de muziek van Bach hebben we vaak hun onze eigen associaties…

 

Albert Schweitzer zegt erover: “Bach is in staat de tekst te inspireren”. De muziek ontstijgt de theorie.

 

Van Veldhoven: ‘Het werk van Bach nodigt heel erg uit tot eigen interpretatie. Zijn teksten komen uit de Lutherse gedachtewereld van de achttiende eeuw, vaak theologische onderwerpen. In onze uitvoeringen proberen wij zo dicht mogelijk bij die gevoelswereld te komen. Maar de paradox is dat maar een heel klein percentage van ons publiek dat oppakt. Mensen spreken niet over kerkelijke onderwerpen na het horen van een cantate. Ze hebben het over verdriet, troost en schoonheid. De verklaring die ik hierbij heb is wat Albert Schweitzer erover zegt: “Bach is in staat de tekst te inspireren”. De muziek ontstijgt de theorie. Mensen identificeren zich niet zozeer met Petrus die Jezus verloochent, maar met het gevoel van Petrus en maken daarvan een vertaling voor hun eigen leven.’

 

5. Ambachtelijk

Vermeers schilderijen staan bekend om de ambachtelijke vaardigheid waarmee ze gemaakt zijn. Met een enorme ambachtelijkheid schilderde hij bont, een parel tot aan een turkoois stipje in de ogen van een dame. Ook Bach is beroemd door zijn haast obsessie voor ambachtelijkheid.

Van Veldhoven: ‘Musici werden in de zeventiende en achttiende eeuw topmusicus door eindeloos te onderzoeken. Bach deed dat door bijvoorbeeld een tijd lang alleen maar fuga’s te bestuderen, te kopiëren, eigen composities te schrijven in de stijl van voorgangers. Datzelfde deed hij met composities in de Italiaanse of Franse stijl. Als hij dan klaar was, dan zat dat in zijn systeem en hoorde je dat later in zijn werk steeds terugkomen.’

 

6. Pathosvrij

Bij Vermeer geen uitzinnig schreeuwende of jammerende vrouwen, eerder vrouwen die in hun mooie huizen, in alle rust, iets huiselijks doen. De werken hebben iets koels en rationeels. Maar ook iets spiritueels en mysterieus? Hoe zit dat bij Bach?

Van Veldhoven: ‘Vermeer schilderde klavecimbels, virginaals en gamba’s. Deze zachte instrumenten passen bij de zeventiende-eeuwse huiscultuur, bij de intimiteit van het huis. Het geeft zijn schilderijen iets intiems. Net als de muziek van Bach. Ik probeer zoveel mogelijk om de negentiende eeuw heen te zeilen. De esthetiek en pathos van die eeuw horen niet bij Bach. Bij Bach is er een balans tussen rede en gevoel. Met een ambachtelijke perfectie in het detail en in de structuur. Bach kan een heftige storm alleen met een enkele stem of instrument laten voelen. Daar hadden ze in de negentiende eeuw een enorm koor en orkest voor nodig.’

bottom of page