top of page

De zomerveiling is geweest, de niet verkochte schilderijen staan op de grond van de zalen en de veilingmeester is bezig zijn kamer op te ruimen. Nu, na bijna dertig jaar, sluit Mr. Christie’s Amsterdam zijn carrière af bij het veilinghuis. Het is genoeg. Ubbens: ‘Ik heb hier een geweldige tijd gehad. Collega’s die hier vanuit het buitenland een tijdje kwamen werken, waren altijd zeer te spreken over het familiegevoel. Het is nu ook alsof ik afscheid neem van die familie. Ik ga mijn collega’s enorm missen.’ De relatie tussen de veilingmeester en het veilinghuis aan de Cornelis Schuytstraat gaat lang terug. Ubbens was afgestudeerd op 16de-eeuwse manieristen, maar bij het verdelen van de taken in 1987, toen de markt explodeerde, kreeg de jonge Jop de 19de eeuw toegeschoven. ‘Ik wist daar toen nog niets van en zeker niet van de Nederlandse 19de eeuw. Ik heb het vak afgekeken van mannen als Rob Mulder, Ab van der Werf en vooral Frank Buunk van Simonis & Buunk. Frank heeft het beste oog van de wereld op het gebied van 19de-eeuwse Hollandse schilderkunst. Ik vond het geweldig in die periode te werken. In die tijd, eind jaren tachtig, leek elk bezoek aan een verzamelaar nog raak. Iedereen had wel een Kruseman, Koekkoek of een Haagse Schooler.’ Ubbens denkt ook met veel plezier terug aan de tijd dat hij vijf jaar lang de Zuidoost Azië markt heeft opgezet. ‘Ik herinner mij de keer in 1995 dat ik een topwerk van de 19de-eeuwse Indonesische kunstenaar Raden Salèh ontdekte. Ik kwam voor iets heel anders bij een Weense verzamelaar, maar die man vertelde dat hij ook nog wel wat leuks had op de slaapkamer van zijn dochter. Dat bleek De Hertenjacht van Salèh te zijn, een schilderij uit 1846 dat ooit door een DDR-museum aan een westerse verzamelaar was verkocht om aan deviezen te komen. Dat schilderij nam ik mee naar de veiling en het bracht een topprijs op van drie miljoen gulden. Een paar weken later werd ik gebeld door iemand die ook zoiets had hangen. Dat bleek ook een echte te zijn en die bracht ook nog eens 1,5 miljoen op. Schatgraven en op pad zijn en op bezoek zijn bij mensen is het leukste van dit werk. Daar ben ik de laatste jaren niet veel meer mee bezig geweest.’ Nu kan de veilingmeester zich weer met dat echte handwerk gaan bezighouden en het stokje overgeven. Ubbens: ‘Ik ben er trots op dat Arno Verkade hier nu de leiding gaat nemen in driekoppige directie. Hij is hier bij mij begonnen en heeft hier verschillende disciplines doorgemaakt. Het is een leuke vent die zich fantastisch heeft zich ontwikkeld.’

'Kijken leer je niet op de universiteit, dat leer je hier bij het veilinghuis. Toen ging ik de spullen pas echt bekijken, betasten, bespugen, bestuderen.' 

Nederlands

Aan zijn vaders kant waren het generaties lang Leidse juristen en dominees en van zijn moeders kant was er een Curaçaose halfadellijke link. Zijn overgrootvader was er directeur van de elektriciteitsmaatschappij en er was een hele serie Philips-directeuren. Jurist of ingenieur, dat zou de kleine Jop dan ook wel worden. Het werd Nederlands in Utrecht. Maar dat bleek lang niet alleen te gaan over het lezen van de Tachtigers, zoals Jop gehoopt had, maar het had ook vakken als statistiekleer, ontleden van zinnen en algemene taalwetenschap. Ubbens: ‘Daar haalde ik de ene twee na de andere drie voor. Toen werd het kunstgeschiedenis en ging ik in 1986, tijdens mijn studie aan de slag bij Christie’s. Omdat ik ’s avonds na het werk niet veel puf meer had om in de boeken te duiken, studeerde ik uiteindelijk pas als vijftiendejaars af als kunsthistoricus. Kijken leer je niet op de universiteit, dat leer je hier bij het veilinghuis. Toen ging ik de spullen pas echt bekijken, betasten, bespugen, bestuderen. En erover praten. Wij hebben het hier over “hillen”, zoals dat begin 20ste eeuw ging bij Christie’s in Londen. Als dan het voetvolk van het veilinghuis alles had geprepareerd dan kwamen de heren specialisten het heuveltje op van King Street en gingen met elkaar praten over de stukken. Wij noemen dat ook nog steeds hillen - met de afdeling praten over wat je ziet, voelt, ervaart.’

'Vroeger waren er bij ons mensen die een zestiende-eeuws en een 20ste-eeuws schilderij konden beoordelen. Wij met z’n allen alles, was dat.' 

Follow the money

Vooral de laatste paar jaar is er veel veranderd voor de vestiging in Amsterdam, weet Ubbens te vertellen. ‘Op ons hoogtepunt, in 2009 hadden we bijna zeventig man in dienst, ondanks de crisis was dat nog een goed jaar. In 2012 werd er bezuinigd en vanaf dat moment zitten we hier op dertig mensen. Wereldwijd wilde de raad van bestuur met eenzelfde hoeveelheid mensen, zo’n tweeduizend, alle ballen op New York op Hong Kong zetten. Inmiddels hebben we na vijf jaar wel gezien dat de middenmarkt, de markt waarin wij hier in Amsterdam de koning waren, relatief het meest winstgevend is. In Parijs en Londen wordt dat nu gecorrigeerd, maar niet hier. De opdracht van de raad van bestuur van Christie’s, en bij Sotheby’s zal dat niet anders zijn, was: follow the money. Ga op zoek naar de top van de top. En daarmee is er steeds meer specialisme gekomen. Daarmee verhoog je de omzet en uiteindelijk de winst. Het nadeel voor mensen zoals ik, veilingmensen die generaal zijn opgeleid, is dat er een deel van het vak niet meer bestaat. Vroeger waren er bij ons mensen die een zestiende-eeuws en een 20ste-eeuws schilderij konden beoordelen. Wij met z’n allen alles, was dat. Je hebt nu veel verticale lijnen, maar nauwelijks meer horizontale lijnen. Er is ook geen communicatie horizontaal. Bij verzamelaars is het patroon steeds hetzelfde en daarom, vind ik, zouden specialisten veel meer met elkaar moeten praten over de verzamelaar en zijn shoppinglist. Ik vind het ook jammer dat er geen ruimte meer is voor speciale veilingen, Ninety to now, de Afrikanisten, de algemene schilderijenveilingen. Ruimte om te experimenteren met markten kan niet meer. Ook een succesvolle veiling zoals Made in Holland mag niet meer. Het moet allemaal binnen het vakje vallen anders kan het niet.’

 

'Het nadeel voor mensen zoals ik, veilingmensen die generaal zijn opgeleid, is dat er een deel van het vak niet meer bestaat.'

De bovenkant

Maar wordt het geld niet verdiend aan de bovenkant dan? Ubbens: ‘Klopt. De laatste zeven jaar wordt met name aan de bovenkant van de markt kapitale bedragen afgetikt. Het gaat dan om de impressionisten, Monet, Manet en hedendaagse kunst zoals dat van Rothko, De Kooning en andere abstract expressionisten. Of nog moderner: Gerhard Richter en Christopher Wool. Je ziet nu dat aan de bovenkant van de markt 30 a 35 procent minder omzet is, en dat komt omdat er minder garanties worden gegeven, minder kick-back. Bovendien is dat maar een markt voor 400 a 500 miljoen dollar, de markt is veel groter. Er is ook een markt voor snuifdozen en Indonesische schilderijen en een enorme middenmarkt. Wat ik zie, is dat er weer een markt ontstaat van connaisseurs. Als reactie op de gekte aan de bovenkant is er nu weer belangstelling voor papier, tekeningen, prenten en fijne vakinhoudelijke werken, echte kunstgeschiedenis. Dat deel van de markt wil ik opzoeken. Een van mijn voorbeelden daarin is John Schlichte Bergen, een Amsterdamse kunsthandelaar in ruste. Hij stond vroeger altijd op de Tefaf en deed reizigers-schilders. Denen die in 18de en 19de eeuw naar Rome gingen een schetsje maakte van het Colosseum. Geweldig vind ik dat.’

'17de-eeuwse specialisten zijn voorzichtiger, minder hijgerig, rustiger. Ik voel me verbonden met beide.' 

Horizontale lijnen

Jop Ubbens houdt van de breedte: ‘Ik ben heel erg van de horizontale lijn. Van zowel hedendaagse kunst als van oude meesters. Een 17de-eeuws schilderij wordt veel meer vanuit een academische en minder vanuit een commerciële kant bekeken, zoals bij 20ste en 21ste-eeuwse kunst. Toeschrijvingen zijn moeilijker, herkomst- en restauratiekwesties. 17de-eeuwse specialisten zijn voorzichtiger, minder hijgerig, rustiger. Ik voel me verbonden met beide. Ik wil me enerzijds weer vaker over een schilderij buigen en een boek lezen en anderzijds hou ik van het snelle en dynamische.’ Naast de breedte in kunst, houdt hij ook van de breedte van zijn clientèle: ‘Ik heb een ongelofelijk waardering voor ondernemers die mij vertellen dat ze uit een arm gezin kwamen en met een zwaar accent zeggen dat ze maar een doel hadden: loaded worden. Het zijn vaak die mensen van wie we het moeten hebben. Die werken ook als het niet meer nodig is gewoon 24/7 door. Vaak zijn ze hard, vaak oprecht en als ze belangstelling krijgen voor kunst, laten ze zich ook van een andere kant zien. En dan kom ik ermee in contact. Het zijn vaak werkers met visie. De oud-chemieondernemer Hans Melchers, de verzamelaar van magisch realisten, vind ik mooi. Jan van den Broek, van de supermarkten, wil een museum voor food and beverages bij de Keukenhof. Dat vind ik ook geweldig. De grondstoffenproducent Joop van Caldenborgh, die hier in de adviesraad zit, is ook zo’n bijzondere ondernemer. Hij is veertig jaar geleden geraakt door het verzamelen van kunst en heeft nu een schitterend collectie opgebouwd. Prachtig dat hij zijn eigen museum opzet. Hij heeft zich altijd omringd met hele goede mensen die voor hem kopen en steeds afstemmen. Hij zit overal bovenop. Goed dat Wim Pijbes bij hem gaat werken. Ze zijn beiden Rotterdams, houden niet van bureaucratie, zijn ondernemend, van klein en snel. Dat past bij beide mannen. Hun instelling spreekt mij ook wel aan.’

 

‘De oude meesters verzamelaars zijn zeventig plus en sterft uit. Dat waren de verzamelaars met vijftien goede oude meesters aan de wand. Je hebt nu veel meer verzamelaars die alles verzamelen. De hybride, eclectische verzamelaar. Dat kan een ring zijn van tweeduizend euro of schilderij van een miljoen.' 

 

Markt voor fijnproevers

Niet alleen Christie’s Amsterdam krijg een nieuwe leiding, ook Christie’s Europa heeft per 1 september een nieuwe baas, de Fransman Guillaume Cerutti, een voormalig Sotheby’s man. Kan dat zomaar, een Sotheby’s man die Christie’s leidt? Ubbens: ‘Internationaal is dat schering en inslag. Heel subjectief natuurlijk, maar ik heb het gevoel dat je bij Sotheby’s zo goed bent als your last sale, bij ons moesten je percentage goed zijn, de winst goed, maar niet ten koste van alles. Kundig en sympathiek, in deze volgorde. Liever tien keer terug dan een keer mis. Maar ik zie ook hier wel een meer money driven inslag binnenkomen. Ik maak het niet meer mee, maar de nieuwe visie wordt heel interessant. Ik denk dat die naar de bovenkant van de middenmarkt gaat, van vijfduizend tot vijf miljoen. Daar is veel van te krijgen en daar zijn veel verzamelaars voor.’ In zijn nieuwe leven buiten Christie’s gaat Ubbens inspelen op deze ontwikkelingen aan de verzamelaarskant. Ubbens: ‘De oude meesters verzamelaars zijn zeventig plus en sterft uit. Dat waren de verzamelaars met vijftien goede oude meesters aan de wand. Je hebt nu veel meer verzamelaars die alles verzamelen. De hybride, eclectische verzamelaar. Dat kan een ring zijn van tweeduizend euro of schilderij van een miljoen. Mensen richten ook zo in. Axel Vervoort is hiermee begonnen is nu veel gebruikelijker geworden. Er wordt nu met de verzameling gedecoreerd en verzameld. Waar ik op in wil spelen is de groep van connaisseurs, de fijnproevers. Ik denk dat die groep breder wordt als reactie op de astronomische bedragen die in Londen en New York worden neergeteld voor de core Picasso’s en Warhols en Frida Kahlo’s. Daaronder is er een steeds groter wordende markt voor fijne tekeningen, voorstudies van beroemde schilderijen. Het is een niche waarbij men op zoek is naar die ene tekening die Casper David Friedrich in de bergen maakte voor dat beroemd schilderij. Doordat verzamelaars zich internationaler en beter kunnen oriënteren, heeft die markt zich kunnen ontwikkelen. Ook musea en partijen als Vereniging Rembrandt kopen steeds breder, meer spullen tussen de tweeduizend en honderdduizend.’

 

'Het veilen is entertainment, een spel waar mensen bij willen zijn. Alle registers van de retorica die een veilingmeester moet gebruiken gaat open om een zaal te bespelen. Het moet een event zijn.' 

Nike City

Moet het veilingvak niet eens op de schop met de komst van het internet? Ubbens: ‘Ik denk dat het vak van veilinghuis niet wezenlijk zal veranderen. Er is zeker ruimte voor mensen die op het internet in kunst doen, maar zeker als het over veel geld gaat, willen mensen de spullen werkelijk zien en betasten. Je moet het kunnen tonen en een momentum kiezen. Daarnaast is er altijd een hele show omheen waar mensen graag op afkomen. Tussen de dertig en veertig kopen mensen op bepaald waardeniveau geen kunst. Catawiki is een geweldige formule en is heel relevant voor deze doelgroep, het is snel en spannend. Maar voor Picasso en Warhol en hier in Nederland BC Koekkoek, Isaac Israel en Breitner heb je echt een avondveiling nodig. Ook hier wordt wel eens vergeten, dat het om mensen gaat aan wie je het verkoopt. Het veilen is entertainment, een spel waar mensen bij willen zijn. Alle registers van de retorica die een veilingmeester moet gebruiken gaat open om een zaal te bespelen. Het moet een event zijn. Klinkt vervelend als je zegt dat het zoiets is als het binnenlopen van Nike City, maar het zit er niet ver vanaf. Mijn uitdaging was het die keren steeds om mensen aan te zetten om te gaan bieden en als ze dat eenmaal deden, ze dan verder te krijgen. Het is topsport en dat vier uur lang. Aan het einde ben ik dan ook altijd doodop. Maar de voldoening is groot, zeker als het gelukt is. Onze markt is stabieler dan de perceptie doet geloven. We hebben kort geleden nog een Springer voor 330 duizend geveild, met opgeld heeft iemand daar toch bijna vier ton voor neergelegd. En daar waren drie kopers voor.’

[2016]

Mister Christie’s Amsterdam Jop Ubbens (1959) verlaat het veilinghuis waar bij bijna dertig jaar werkte. Hij gaat doen wat hij in veel van zijn cliënten zo bewondert: ondernemen. Collect wil weten wat zijn hoogte- en dieptepunten waren, hoe de veilingwereld is veranderd en hoe hij zijn toekomst en die van de kunstmarkt ziet.

Koos de Wilt voor Collect (2016)

bottom of page