top of page

IK BEN EEN HEEL LANGZAME BESLISSER

Behalve bij grote beslissingen, want dan kun je het niet meer rationaliseren en moet je het doen met je intuïtie. Ik heb een paar keer grote breuken gehad in mijn carrière en ik weet dat dat hartstikke moeilijk is. Maar als je het doet, moet je het ook serieus doen, radicaal. Dan moet je durven te breken met je netwerk en met allerlei veiligheidslapjes. Anders blijf je steeds gevraagd worden voor dingetjes en loop je uiteindelijk vast. Niet veel mensen begrijpen dat. Alleen door radicaal ‘nee’ te zeggen kun je verder komen. Je kunt ook alleen maar creatief zijn als je heel grof je raamwerken vernietigt. Van Gogh kon ook pas zijn belangrijke werk maken toen hij zijn bestaande raamwerken had opgegeven en buiten Parijs en Nederland ging werken. Elke wezenlijk nieuwe technologie begint ook met een grote doos die veel te ruim is en waarin je eerst moet zitten klunzen.

Ik ben gepromoveerd als natuurkundige en dan ligt een carrière in de wetenschap voor de hand. Ik was expert op een heel klein gebiedje waar ik met twee mensen op de wereld over kon praten. Dat wilde ik niet meer, ik wilde breder. Bovendien waren er mensen die beter waren in natuurkunde dan ik. Ik kan prima denken in drie dimensies, een vierde lukt nog net, maar nog meer erbij pakken, is niet aan mij besteed. Toen heb ik de sprong gemaakt van superdeskundige naar een business school waar je heel veel gebieden leert kennen, maar dan steeds met hele dunne kennis. Zo ben ik bij McKinsey terecht gekomen. Keihard werken was dat maar als je het leuk vindt is tien uur vervelend werk van de zeventig geen probleem. Je verbaast je er dan ook over dat je er ook nog goed voor betaald wordt.

IK BEN EEN NIEUWSGIERIG TYPE

Mijn motto is: morgen is de leukste dag. En als morgen de leukste dag wordt, kun je je niet vervelen. Als gisteren de leukste dag is, dan verveel je je per definitie. En je hoeft ook niet overal goed in te zijn. Het meeste doe je in een team. Een belangrijke regel in de politiek, maar ook in het bedrijfsleven en de sport is: ‘Wíj doen dingen goed en ík doe dingen fout’. Iedereen weet dat dat onzin is, maar het dwingt wel loyaliteit af. Je mensen werken zich dan drie slagen in het rond om die loyaliteit te verdienen. Zo creëer je een team.

 

Soms was ik wel eens gefrustreerd dat we in onze adviezen te snel naar een resultaat moesten. Naast mijn werk bij McKinsey heb ik er daarom altijd vijf hobby’s bij gehouden. En hobby’s zijn bij mij altijd een buitengewoon serieus. Ik ging nooit naar de bioscoop, want ik had mijn hobby’s. Een van die hobby’s ging over regionaal economisch beleid, met name in de Veenkoloniën, een andere over land- en tuinbouw. Ik was geabonneerd op het Agrarisch Dagblad, de Boerderij en de Winschoter Courant en las alles. Ik wist mij daardoor altijd prima staande te houden op boerenvergaderingen. Dan sprak ik met boeren over de temperatuursom, daar moet je echt boer voor zijn om dat te weten. Stonden die boeren je met open mond aan te kijken dat ik dat wist.

Mijn motto is: morgen is de leukste dag. En als morgen de leukste dag wordt, kun je je niet vervelen. Als gisteren de leukste dag is, dan verveel je je per definitie.

Door één van mijn hobby’s - management van gezondheidzorg, de moeilijkste vorm van management - ben ik benaderd of ik minister wilde worden. Eerst minister van Volksgezondheid, maar die bleek verdeeld in de formatie en toen werd ik ’s avonds om half gebeld door Ed Nijpels of ik misschien dan minister van VROM wilde worden. Ik moest zeer snel beslissen, de volgende dag stond mijn naam al in de krant. Ik zat er niet op te wachten, maar ik was veertig en zo vaak word je niet gevraagd voor zo’n baan. Ik was nog nooit in de Tweede Kamer geweest en ik weet nog dat ik een tijdje later fluitend over het Binnenhof liep en toen de vreemde gedachte had van: later zul je je realiseren hoe dapper je was.

Ik had het geluk dat ik in de Tweede Kamer naast Jan de Koning kwam te zitten, een oude rot in het vak. Hij adviseerde mij een beetje aan de zijkant moest zitten. Daar kon je rustig geeuwen, pepermuntjes eten en de krant lezen want dat zien de camera’s toch niet. ‘Dát is mijn man’, dacht ik toen. Aan hem kon ik de meest naïeve vragen stellen. Ik wist niks van het vak van politicus. Ik heb me toen voorgenomen om alleen maar te doen waar ik goed in was. Niet proberen de beste politicus te worden, want dat zou ik toch nooit worden. De Koning had mij beloofd dat hij zou zeggen wanneer het spannend werd. Bijvoorbeeld die keer dat Marcel van Dam ging staan en vroeg hoe Jan Splinter door de winter moest komen. Toen porde Jan mij: nu moet je opletten!

TOEN IN 1986 HET KABINET DE RIT HAD UITGEZETEN,

ben ik weer bij McKinsey terechtgekomen. Ik kreeg een aantal mooie aanbiedingen, maar McKinsey had al die jonge mensen met wie ik ging werken. Daar heb ik de grootste pret mee gehad. Ook toen heb ik er hele leuke hobby’s naast gehad, zoals boeken schrijven en voorzitter zijn van Natuurmonumenten. En toen werd ik zestig en dan word je geacht te vertrekken bij McKinsey. Toen werd ik gevraagd voor de WRR. Ik had geen idee of dat wel iets voor mij was, maar twee goede maten van mij hadden mij verteld dat ik dat moest doen en ik heb daar dan ook nooit over nagedacht. Ze hadden gelijk: het was geweldig.

Eind december ben ik vertrokken bij de WRR. Ik schilder nu en heb besloten om fictieauteur te worden. Mijn tante, Dieuwke Winsemius, is dat op haar 56ste geworden en heeft minstens tachtig boeken geschreven, ze is ongemerkt een van de meest gelezen auteurs geworden van Nederland. Doordat ik wel een paar boeken heb geschreven die goed hebben verkocht zullen uitgeverijen het wel met mij proberen. En dat ik geen ervaring heb met fictie, is geen probleem. Het maakt morgen weer veel interessanter dan gisteren.

‘Je moet alles durven te vernietigen’
Het geheim van succesvolle carriere-switches van Pieter Winsemius



 

Was: wetenschapper

Werd: adviseur

Daarna: minister

Daarna: adviseur en Kroonlid

Is nu: non-fictie schrijver

Velen dromen ervan, maar er zijn er maar weinig die het ook echt durven: een streep trekken door een niet onverdienstelijke carrière en het roer compleet omgooien. Pieter Winsemius deed het. Een paar keer zelfs. En het lukte hem ook nog eens. Waarom brak hij en wat is het geheim van een succesvolle carrièreswitch?

 Koos de Wilt voor FD Persoonlijk

bottom of page