Goossen van den Bosch (67), zoon van een eenvoudige tuinman, werd dierenarts, maar ging vervolgens ondernemen met een kuikenbroederij en vond zijn geluk uiteindelijk bij een multinational. Zoon Drees Peter (38) ging precies de andere kant op. Na Wageningen ging hij de corporate kant op om zijn passie te vinden als zelfstandig ondernemer. Drees Peter is opgegroeid in een tijd dat de bomen alsmaar hoger in de hemel leken te groeien, Goossen heeft armoede gekend. Vader is plichtsgetrouw en van zuinig leven en zoon is meer van: het komt zoals het komt. De ondernemende zal dan wel optimistischer naar de toekomst kijken. Niet dus…
Koos de Wilt voor Wijzer voor private banking cliënten van Rabobank.
DROMEN EN DADEN
Goossen: ‘Ik ben van zeer eenvoudige afkomst. Mijn vader was tuinman op Landgoed Staverden. Mijn grootvader had daar een klein boerderijtje met kippen, een paar varkens en koeien. Omdat hij reuma had, molk ik ’s morgen en ‘s avonds zijn koeien. Op die leeftijd had ik graag boer willen worden, maar dat zat er financieel niet in. Ik kon ook niet naar de HBS, want dan moest ik zaterdag naar school en kon ik opa niet helpen. Daarom ben ik naar de MULO gegaan, dan was ik zaterdag vrij. Tot een moeder van mijn kameraad, een ontwikkelde vrouw zoals dat heette, zei dat ik toch eigenlijk naar de Hogere Landbouwschool zou moeten. Maar ja, daarmee moest mijn opa stoppen met zijn bedrijf, want wie kon de koeien anders melken? Uiteindelijk ben ik naar de Hogere Landbouwschool gegaan en later de universiteit in Utrecht en ben afgestudeerd als dierenarts. Ik studeerde cum laude af en wilde graag de researchkant op, maar direct na mijn studie ben ik in de pluimvee terecht gekomen van mijn schoonouders. Niet echt de droom voor een veelbelovende dierenarts. De vader van mijn verkering had een kuikenbroederij en kwam vroeg te overlijden. De broer van mijn vrouw heeft zijn studie toen tijdelijk onderbroken en heeft het bedrijf overgenomen. Ik was net aan het afstuderen en toen ik klaar was, heb ik het overgenomen en is hij gaan afstuderen. Later zijn we het samen gaan doen. Voor een paar jaar, was de bedoeling. Feitelijk was het bedrijf al snel in eigendom overgegaan van een veevoederfabriek – zo ging dat in het kader van de integratie - en voerden wij het management. Meer salaris en grotere auto’s was nooit het probleem voor de eigenaar, maar mijn passie lag er niet en dat brak mij na negentien jaar op. Uiteindelijk heb ik tegen de eigenaar gezegd dat ik ermee zou stoppen. Ik ben toen bij AkzoNobel, bij Intervet, gaan werken waar we vaccins ontwikkelden, onder andere voor pluimvee. Een prachtbaan! Dat heb ik de rest van mijn carrière met hart en ziel gedaan.’
Goossen: ‘Met mijn landbouwhogeschool moest mijn opa stoppen met zijn bedrijf, want wie kon de koeien anders melken?’
Drees Peter: ‘De boerderij zit in ons bloed. Mijn opa van de kuikenbroederij had ook een paar boerderijen met koeien en ander onroerend goed. Toen hij overleed, gingen die over naar zijn kinderen. Zijn dochter, mijn moeder, erfde een boerderij met koeien. Als kind was ik daar heel vaak. Ik vond het er fantastisch! Ik hield van de koeien, maar ik wist ook al snel dat ik naar Wageningen wilde. Na mijn studie heb ik allerlei mooie functies bij Unilever gehad tot ik na tien jaar besloot uit het corporate-wereldje te stappen en voor mezelf te beginnen. Mijn droom was niet dat aan het eind van mijn carrière Nederlanders twee keer meer Magnums zouden gaan eten. Het idee voor mijn eigen bedrijf was begonnen toen ik een keer een boer sprak die zijn appels aan het plukken was en vertelde dat die zouden worden doorgedraaid. Een half uur later was ik bij een supermarkt in de buurt waar geen Nederlandse appel te koop was. Dat vond ik eigenlijk te gek voor woorden. Dat werd de basis van ons bedrijf Willem&Drees, lokaal eten bij de supermarkt brengen.’
Goossen: ‘Meer salaris en grotere auto’s was nooit het probleem voor de eigenaar, maar mijn passie lag er niet en dat brak mij na negentien jaar op.’
OUDERS EN KINDEREN
Goossen: ‘Mijn moeder vond het helemaal niet nodig dat ik ging studeren. Die zei dat ik maar het beste schoolmeester kon worden. Dan begin je om negen uur, je bent om vier uur klaar, je hebt nooit vieze handen en in de zomer heb je zes weken vakantie. Het feit dat ik ging studeren was een eigen verantwoordelijkheid die ik daarom heel serieus nam. Toen ik studeerde was het zo dat als je meer dan een acht gemiddeld had, dat je dan de renteloze lening niet meer hoefde terug te betalen. Daarom heb ik ook alleen maar gestudeerd en was mijn enige schuld de 600 gulden die ik terug moest betalen voor de microscoop. En die heb ik vervolgens in tien jaar afbetaald. Ik vind het achteraf wel jammer dat ik alleen maar gestudeerd heb en niet actief ben geworden in het studentenleven. Mijn vrienden van die tijd zijn eigenlijk allemaal dierenarts terwijl jouw vrienden veel breder van achtergrond zijn.’
Drees Peter: ‘Voor mijn gevoel lijken wij steeds meer op elkaar. Je bent plichtsgetrouw, van hard werken, zuinig leven en ik heb mij daar vroeger vaak tegen afgezet. Ik ben meer van: het komt zoals het komt, wat losser. Maar bij Willem&Drees voel ik meer mijn taak en soms ben ik wat starder als het niet helemaal loopt zoals ik vind dat het moet lopen.’
Goossen: ‘Om de honger uit te bannen, heb je intensieve veehouderij nodig.’
WERK EN PRIVé
Goossen: ‘Mijn vrouw heeft de opvoeding van de kinderen gedaan. Ik schaam me daar wel een beetje over. Ik zat 120 dagen per jaar in het buitenland. Als ik zie hoe jij en Eva het doen, waarbij jullie beiden de kinderen doen, dan vind ik dat wel beter. Gerrie had een diëtistenopleiding gedaan en werkte in het ziekenhuis, maar stopte toen ze kinderen kreeg. Zo ging dat toen. Voor mijn werk was het ideaal. Gerrie regelde thuis alles.’
Drees Peter: ‘Ook al was je er vaak niet, je was altijd op de achtergrond aanwezig. Als er iets groots besloten moest worden, dan konden we dat altijd met jou bespreken. Dat was jouw rol. En soms moest je dan weleens naar Thailand bellen. Vroeger was het beeld dat de kinderen altijd maar thuis moesten zijn. Bovendien was de wereld in de jaren zeventig nog niet zo georganiseerd dat je de oudertaken kon verdelen en allebei een carrière kon hebben. Ik ben er vrijdag voor de kinderen. Zonder kinderen zou ik nog harder werken, maar door die vrijdag heb ik wat afstand en kom ik ook op nieuwe ideeën.’
Drees Peter: ‘Mijn droom was niet dat aan het eind van mijn carrière Nederlanders twee keer meer Magnums zouden gaan eten.’
VERMOGEN EN GELUK
Goossen: ‘Geld en steeds duurdere auto’s zijn niet alles. Ik weet nog dat ik zo veertig procent minder zou gaan verdienen toen ik uit de kuikenbroederij wilde stappen. Ik heb dat toen met het hele gezin besproken wat ze ervan zouden vinden als we het misschien iets minder breed zouden gaan hebben.’
Drees Peter: ‘Ik weet nog goed dat je ons op een dag bij elkaar riep. Ik was toen zestien en dat heeft een enorme invloed gehad op hoe ik in het leven ben gaan staan. Ik heb me toen gerealiseerd hoe belangrijk het is om te doen waar je hart ligt. Dat je het heft in eigen hand moet nemen als je ontevreden bent. Toen ik dertig was, had ik het veel luxer dan toen mijn ouders dertig waren. Ik denk dat ik me daardoor veel eerder ben gaan afvragen waar het in het leven over gaat. Je hebt dan wel een mooi huis en een mooie auto, maar je vraagt je ook af: wat levert me dat nou eigenlijk op? Geld is niet heel belangrijk voor mij. Het is een middel. Ik vind het fijn om een leuk huis te hebben en ik vind het fijn als ik lekker met vakantie kan, maar ik hoef niet rijk te zijn. Ik wist dat hoe succesvol ons bedrijf ook zou worden, ik zou rijker zijn als ik gewoon bij een multinational zou zijn gebleven.’
Drees Peter: ‘Toen ik dertig was, had ik het veel luxer dan toen mijn ouders dertig waren. Ik denk dat ik me daardoor veel eerder ben gaan afvragen waar het in het leven over gaat.’
Goossen: ‘Ondanks dat je ondernemer bent, verbaast het me dat jij, door de gezamenlijke beleggingsportefeuille die we hebben, een stuk risicomijdender bent dan ik. Al je vrienden hebben dat, zo viel me op bij het opknappen van je huis. Die hadden het over het aanleggen van je eigen moestuin voor als dat later nodig mocht zijn…’
Drees Peter: ‘Dat heeft te maken met het feit dat ik een stuk somberder ben over de economie de komende tien jaar.’
Drees Peter: ‘Zonder kinderen zou ik nog harder werken, maar door die vrijdag heb ik wat afstand en kom ik ook op nieuwe ideeën.’
Goossen: ‘Ik heb heel veel vertrouwen in de inventiviteit van mensen. Kort geleden was ik in Engeland en daar zijn nu kippen met een voerconversie bij 1,5 kilo van 1,05. Dat betekent dat wat je erin stopt bijna hetzelfde is als wat de kip gaat wegen. Als we dat kunnen, dan zit er nog zo veel meer in.’
‘Ik geloof niet dat we het met technologie alleen redden. Ik vind ook dat we door die technologische vooruitgang te ver van de natuur zijn komen te staan.'
Drees Peter: ‘Ik geloof niet dat we het met technologie alleen redden. Ik vind ook dat we door die technologische vooruitgang te ver van de natuur zijn komen te staan. De Tweede Wereldoorlog was een keerpunt en elk jaar werd het een stukje beter. Ik ben op een moment geboren dat de bomen tot in de hemel leken te groeien. Dat is nu aan het kantelen en ik heb het gevoel dat we daarvan nog maar aan het begin staan. Wij staan er zo ver vanaf dat we de consequenties niet meer overzien.’
Goossen: ‘Ik ben het eens dat we te ver van de natuur zijn afgeraakt. Ik zag kort geleden een stal in Engeland waar kuikens weer daglicht zagen. Je zag ze direct spelen en stoeien en met hun vleugels flapperen. Dat doen ze niet meer in de dichte stallen. Maar ik zie ook dat we in een wereld leven waar elke dag ongeveer 800 miljoen mensen honger hebben. Die zullen we ook moeten kunnen voeden. Om de honger uit te bannen, heb je intensieve veehouderij nodig. En Nederland staat aan top op het gebied van dierenwelzijn. Bovendien, voor het milieu is kippen in de stal veel beter dan kippen op het land. Als je naar de CO2 footprint kijkt dan is intensief beter dan extensief.’
Drees Peter: ‘Ik vind dat kippen gewoon buiten moeten kunnen lopen en ik vind dat we anders met vlees moeten omgaan. Als je wilt dat de hele wereld zo veel en goedkoop vlees eet als wij nu doen, dan zul je de bio-industrie moeten accepteren. Maar dat doe ik niet. Ik vind dat we fors moeten minderen.’