Tentoonstelling
Rembrandt: the Late Works.
Tot januari 2015 was de tentoonstelling te zien in The National Gallery in Londen en daarna in Het Rijksmuseum. Voor de tentoonstelling was gekozen voor de beste veertig stukken wereldwijd. Sommige werken hadden de afgelopen decennia niet mogen reizen. Nu wel. In Amsterdam kregen we zelfs vier stukken meer dan Londen heeft laten zien. Die kwamen uit Duitse collecties. In de tentoonstelling geen chronologie en geen types, maar aspecten aan Rembrandt die bijzonder zijn aan het werk van Rembrandt. Het gaat over intimiteit, innerlijke conflict en contemplatie. De werken gaan niet over passie, maar over pure emotie. Niet over hartstocht, maar over verstilling. Werken die de huidige beschouwer nog steeds verrassen door hun diepgang, verstilling en psychologische zeggingskracht.
Rembrandts adressen
LEIDEN
Rembrandt werd in Leiden geboren als zoon van een molenaar. Hier leerde hij het schildersvak.
Te doen:
Museum de Lakenhal
De Hortus Botanicus stamt uit 1590 en werd regelmatig door Rembrandt bezocht. De eerste prefect van de tuin, Carolus Clusius nam de tulp vanuit Wenen mee naar Leiden.
Rapenburg 73, 2311 GJ Leiden, T: +31 71 52 75 144
De hortus ligt aan de beroemdste gracht van Nederland, het Rapenburg. Naast de talloze kroegen zijn daar ook het Rijksmuseum van Oudheden en de Universiteit van Leiden, waar Rembrandt korte tijd was ingeschreven, gevestigd.
Cafés & restaurants
In Den Doofpot, dineren op niveau, volledig biologisch.
Turfmarkt 9, 2312 CE Leiden, T: + 31 71 5122434
Café de Bonte Koe heeft een prachtig interieur dat al meer dan 100 jaar hetzelfde is gebleven. Een van de gezelligste kroegen van Nederland.
Hooglandsekerkkoorsteeg 13, 2312KK Leiden, T: +31 71 5141094
FRIESLAND
Saskia van Uijlenburgh, de jong gestorven vrouw van Rembrandt, kwam uit een vermogende Friese familie. Zij werd in Leeuwarden geboren, en woonde later ook in Franeker en Sint Annaparochie. Het huwelijk tussen Rembrandt en Sakia werd voltrokken in 1634 op de plek waar nu de van Harenskerk in Sint Annaparochie staat.
Samen met Saskia bezocht Rembrandt regelmatig dit deel van Nederland.
Te doen:
Een fietstocht door het polderrijke landschap, onder de beroemde Hollandse luchten.
Een dagtocht op de Friese meren met een traditionele Friese zeilboot, een ‘skûtsje’
T: +31 58 288 30 08
In het Fries Museum is tot 30 augustus 2015 onder meer de tentoonstelling ‘Oud Geld’ over de Gouden eeuw in Friesland te zien.
Wilhelminaplein 92, 8911 BS Leeuwarden. T: +31-58-2555500.
Hotels & restaurants:
Het designhotel De Waard van Ternaard heeft een restaurant op internationaal niveau. Friesland op zijn best!
Vanaf ca. 125 euro voor een tweepersoonskamer
De Groedse 3, 9145 RG Ternaard, T: +31 519-571846
In Harlingen kan worden gelogeerd op drie bijzondere plekken: een reddingsboot, een vuurtoren of een havenkraan. Allemaal direct aan het IJsselmeer.
Vanaf 319 euro per kamer per nacht, voor maximaal twee personen.
Landgoed Lauswolt heeft naast mooi ingerichte kamers en een uitstekend restaurant, ook een compleet Wellness Centre en is gelegen naast de Golf & Country Club.
Vanaf 189 euro voor een tweepersoonskamer per nacht.
Van Harinxmaweg 10, 9244 CJ Beetsterzwaag, T: +31 512 381496
www.bilderberg.nl/hotels/landgoed-lauswolt/
AMSTERDAM
Te doen:
In het Rijksmuseum is een groot aantal topstukken van Rembrandt te vinden, waaronder zijn meest bekende schilderij de Nachtwacht. Vanaf xxxx tot xxx zal de tentoonstelling ‘De late Rembrandt’ te zien zijn met xxxx
Museumstraat 1, 1071 XX, Amsterdam, T: +31 (0) 900 0745
In het museum het Rembrandthuis kun je ervaren hoe Rembrandt leefde en werkte. Hij woonde twintig jaar in dit monumentale pand.
Jodenbreestraat 4, 1011 NK Amsterdam, T +31 20 520 0400
Het tafereel van het schilderij De anatomische les van dr Tulp van Rembrandt heeft plaatsgevonden in de Waag. Nu kun je er lunchen, borrelen of dineren .
Nieuwmarkt 4, 1012 CR Amsterdam, T 0031 20-4227772
In de Oude Kerk bevindt zich het graf van Saskia van Uijlenburgh. Tot eind maart 2015 is er een tentoonstelling van videokunstenaar Tony Oursler te zien.
Oudekerksplein 23 1012 GX Amsterdam, T: +31 20 625 82 84
De laatste jaren van zijn leven heeft Rembrandt doorgebracht in de Jordaan. In het huis op de Rozengracht 184 is hij gestorven. Op 8 oktober 1669 werd Rembrandt begraven in de Westerkerk (Prinsengracht 281)
Restaurants & cafés
Rijks is het recent geopende restaurant van het Rijksmuseum. Het vertelt het verhaal van Nederland met de buitenlandse invloeden. In de lijn van het museum, nu ook op je bord.
Museumstraat 2, 1077 XX Amsterdam, T: +31 20 6747 557.
In het centrum, rond de Oude Kerk en het Rembrandthuis
De Bakkerswinkel is ingericht door de bekende Nederlandse ontwerper Piet Hein Eek. Voor een kop koffie of lunch in huiselijke sfeer.
Warmoesstraat 69, 1012 HX Amsterdam, T: +31 20-4898000
www.debakkerswinkel.nl/amsterdam-centrum
Dineren kan bij restaurant Anna, in een verbouwd historisch pand, met uitzicht op het middeleeuwse kerkplein en ‘het leven.’
Warmoesstraat 111, 1012 JA Amsterdam, T: +31 20 4281111
In het 700 vierkante meter tellende pand van het label Droog Design kun je shoppen, een expositie bezoeken, lunchen of iets drinken. En logeren kun je er ook. Het gebouw (voorheen de Saaihal) is bekend geworden van Rembrandts schilderij De Staalmeesters. Aan een van de cafémuren hangt een moderne interpretatie van dit schilderij van de kunstenaar Berend Strik.
Hotel Droog, Staalstraat 7B, 1011 JJ Amsterdam, T: +31 20 217 0100
Tegenover het Rembrandthuis bevindt zich café de Sluyswacht, dat in 1695 werd gebouwd als sluiswachtershuis aan de St. Anthoniesluis. De eerste tekening van deze sluis is van de hand van Rembrandt.
Jodenbreestraat 1, 1011 NG Amsterdam T: +31-20-6257611
In de Jordaan:
Ouderwets bruin Café het Smalle zit altijd vol met lokale Amsterdammers
Egelantiersgracht 12, 1015 RL, Amsterdam, T: 020-6239617
De ‘9 straatjes’ bevindt zich in het hart van de grachtengordel. Hier kun je uren ronddwalen langs de kleinschalige designerwinkels, galeries, cafés en restaurants.
Op de Noordermarkt is iedere zaterdag een biologische markt. Koffie drinken of lunchen kan op nummer 43 bij café Winkel(beroemd om de appeltaart), borrelen bij kunstenaarscafé Finch (nummer 5H) en dineren bij de klassieker Bordewijk, op nummer 7, www. bordewijk.nl
Hotels:
Hotel IX is een nieuw boutique hotel in de Jordaan, en biedt vijf met veel smaak gerenoveerde suites in een monumentaal grachtenpand. Vroeger was dit de werkplaats van Herman Doomer, de lijstenmaker van Rembrandt.
Hartenstraat 8, 1016 CB T: +31 20 845 8451
In het vijfsterren hotel The Grand hebben sinds 1578 vele legendarische personen gelogeerd, waaronder Willem van Oranje, voorouder van de Koninklijke Nederlandse familie.
Oudezijds Voorburgwal 197, 1012 EX Amsterdam, T: +31 20 5553111
http://www.sofitel-legend-thegrand.com/amsterdam/en/index_amsterdam.php
Hip en happening is Hotel V op het Nesplein. In de ‘living lobby’ met open haard en restaurant, zijn ook veel Amsterdammers te vinden.
Nes 49, 1012 KD, Amsterdam, T: +31 20 6623233
Het Nederland van de late Rembrandt
Plaatsen van verstilling
Als je aan Rembrandt denkt, denk je aan Amsterdam. Nooit deed Neerlands belangrijkste artiest de voor kunstenaars gebruikelijk Grand Tour naar Italië om te zien wat de oude meesters voor hem hadden gedaan. Leiden en een beetje Friesland kende hij, maar het grootste deel van zijn leven bleef hij liever hij in de stad om er alle invloeden op te zuigen die de stad binnen kwam en stromen. Hij had het buitenland niet nodig. Het buitenland kwam wel naar naar hem toe.
Leidse jeugd
De molenaarszoon Rembrandt van Rijn (1606-1669) is niet een geboren Amsterdammer. Amsterdam was de stad waar je het avontuur opzocht. De jonge Rembrandt groeide als negende kind op rondom de molen van zijn vader in de universiteitsstad Leiden. Hij deed er de Latijnse school en ging er in de leer als kunstenaar. Na zijn leertijd deelde hij er een atelier met een ander hypertalent, Jan Lievens. Het was de springplank naar succes. De kunstpaus van die dagen, Constantijn Huygens, dichter en secretaris van stadhouder in Den Haag, Frederik Hendrik, had de twee alleskunners al snel in de smiezen. De prominente kunstliefhebber gaf de jonge Rembrandt de prestigieuze opdracht zes passiestukken te schilderen voor het stadhouderlijke hof. Voor de kleine panelen zou hij vorstelijk beloond worden: 600 gulden per stuk. Per schilderij een bedrag waar een gemiddelde geoefende ambachtsman een jaar voor moest werken! Maar we kennen de ambitieuze Rembrandt niet van mooie brieven over kunst en inspiratie. Wél van de brieven over geld. Zo schreef hij aan Huygens dat de panelen eigenlijk het dubbele waard zijn. Nogal brutaal voor een iemand die nog maar net kwam kijken. Niet alleen verdiende de jonge kunstenaar veel geld met de prominente cliënt, hij verwierf er ook veel faam en prestige mee. Want wie wilde er nu niet geportretteerd worden door een schilder die ook het portret had geschilderd van de echtgenote van de stadhouder, Amalia van Solms?
Amsterdamse ambitie
Op zijn 25e, in 1631, verhuisde de ambitieuze Rembrandt naar de culturele en commerciele hotspot Amsterdam, het New York van de zeventiende eeuw. De stad was een melting pot van invloeden uit de hele wereld. Handelaren en reizigers uit de hele wereld deden de stad aan en verbaasde zich over de welvaart die er opmerkelijk breed gedragen was. Voor kunstenaars was Amsterdam de stad van het geld en waar de prestigieuze opdrachten, voornamelijk portretten, werden verdeeld. Rembrandt koos niet alleen voor de portretschilderkunst omdat dat een kunstje was dat hij goed beheerste (de gelijkenis werd overigens door tijdgenoten in twijfel werd getrokken), maar vooral omdat het commercieel lucratief was. Hij maakte een deal met de in Amsterdam gevestigde schilder/kunsthandelaar Hendrick van Uylenburgh, leende hem geld, en samen startten een buitengewoon lucratieve business in een pand dat naast het huidige Rembrantdthuis stond.
In 1634 trouwde Rembrandt met de Friezin Saskia, het nichtje van zijn zakenpartner. Rembrandt en zijn aanstaande bruid reisden daarvoor af naar Sint Annaparochie in Friesland. Het stel woonde in De Suijkerbackerij in de Nieuwe Doelenstraat in Amsterdam om een paar jaar later een prestigieus aan te kopen op de Jodenbreestraat, het huidige Rembrandthuis. Het atelier van Van Uylenburgh met de succesvolle Rembrandt verkocht aan de meest welvarende klanten van binnen en buiten de stad: regenten, kooplieden en geestelijken. De jonge Rembrandt kon de hoogste tarieven vragen voor het werk. De waarde van zijn schilderijen in Amsterdamse boedels in de tijd zelf geven een gemiddelde waarde aan van 270 gulden, tegen een gemiddelde prijs van een schilderij in Haarlem in die tijd van circa vijftig gulden. De jonge Rembrandt boerde goed, zowel artistiek en commercieel.
Ruzies over geld
Het is wat onbeleefd om er in kunstenaarskringen over te hebben, maar Rembrandt was dol op commercie en het geld dat erbij paste. Het succes van Amsterdam had ook alles te maken met koopmanschap en de culturele, politieke elite was in de stad ook de economische elite. De stad had geen koning, herbergde geen adel en de kerken waren prostestants, dus sober. De welvaart werd elders getoond, bij burgers. Bijvoorbeeld op de wereldberoemde schutterstukken, zoals De Nachtwacht, het schilderij waaromheen het Rijksmuseum lijkt te zijn gebouwd en waarvan alleen de muur nog te zien is waar het oorspronkelijk gehangen heeft in het eind negentiende eeuw gebouwde Doelenhotel. Ook andere groepsportretten, zoals De Staalmeesters, laten de rijkdom van de regenten en kooplieden zien. En Rembrandt deed lekker mee met geld verdienen. In 1647, hij was toen begin dertig, zou Rembrandts totale vermogen rond de 40.000 gulden zijn geweest, wat hem een zeer vermogende man maakte. En ondanks het bohémien idee dat veel mensen nog steeds hebben bij Rembrandt, maakte de meester gedurende zijn gehele loopbaan van zo’n 45 jaar jaarlijks gemiddeld tweeduizend gulden, zo’n vier keer het gemiddelde inkomen van een geoefend ambachtsman. Hij verdiende niet alleen geld aan zijn eigen werk, maar ook aan dat van zijn leerlingen, die nota bene al jaargelden aan hem betaalden. Zelfs tot in zijn late periode bleef hij gewild. De late Rembrandt had nog steeds belangrijke opdrachtgevers, zoals ook blijkt uit de opdrachten voor schilderijen als Het Joodse Bruidje (1664). Hij had rijke klanten als de chirurg dr. Deijman, de staalmeesters en schatrijke familie Trip, de wapenhandelaren aan de Kloveniersburgwallen. Een telg uit de beroemde Florentijnse bankiersfamilie de’ Medici kocht in het stervensjaar van Rembrandt op de Rozengracht nog een zelfportret van hem. Bij een eerder bezoek waren die uitverkocht.
Faillissement
Na Rembrandts faillissement moest hij zijn prestigieuze huis aan de Jodenbreestraat verlaten om zijn intrek te nemen in een klein huurhuis aan de Rozengracht 184, een huis dat overigens niet meer bestaat. Op de Bloemgracht had hij zijn atelier. In die tijd nog een open gracht in de buurt van de Jordaan. Het huis is weg, maar veel van wat Rembrandt om zich heen zag, zien we nog. De grachten, de bruggetjes, de kleine straatjes en de huizen van opdrachtgevers als Frans Banninq Cocq op de gracht. Ook de Westerkerk, de kerk waar hij een huurgraf kreeg, staat nog fier tussen de Keizers- en Prinsengracht. Het romatische beeld dat deze Jordanese straatjes geven, voeden het idee van Rembrandt als de romantische kunstenaar. De kunstenaar die alleen om zijn kunst gaf. Het tegendeel is eerder waar. Rembrandt was dol op geld en hij gaf het als water uit. Zijn faillissement was een ongemakkelijke samenloop van zijn verzamelhonger (hij kocht enorme hoeveelheden kunst en naturalia), het stelselmatig niet afbetalen van zijn zeer dure huis, het huidige Rembrandthuis, en – niet te vergeten - een onverwachte economische tegenslag. Nadat in 1648 de vrede met Spanje, de Vrede van Munster, was afgekondigd kon men verwachten dat de Gouden Eeuw nu echt goed kon beginnen. Maar dat was niet het geval. De Engelse Oorlog zou snel van start gaan en als het ging om kunst hielden veel kunstliefhebbers de vingers op de knip. Een schok voor veel kunstenaars, waaronder Rembrandt, aangezien kunst kopen haast een volkssport was geworden. Iedereen kocht immers schiderijen. Er zijn schattingen dat er in die tijd tussen de vijf a tien miljoen schilderijen zijn gekocht op een totale bevolking van zo’n miljoen zielen. Een fijn detail: feitelijk heeft Rembrandt zijn faillissement zelf in gang gezet in een poging het huis uit de boedel van schulden te houden. Dat lukte niet…
De late Rembrandt
Na het schilderen van De Nachtwacht in 1642 en na de dood van zijn jonge vrouw Saskia, ging Rembrandt zich opnieuw bezinnen. Hij maakte minder portretten en had lange wandelingen rond de stad Amsterdam. Begin jaren vijftig begon hij met nieuwe dingen uit te vinden en te experimenteren. De tentoonstelling in het Rijksmuseum gaat over deze late Rembrandt. Deze late Rembrandt laten de deskundigen beginnen met een portret van Een jonge vrouw bij het raam dat Rembrandt in 1651 maakt. Hier gebruikte hij voor het eerst echt brede penseelstroken. Rembrandt heeft zijn hele carrière gewerkt in grove streken, in pasteuze verf, maar bij de late Rembrandt wordt het nog intenser. Vanaf begin jaren vijftig, als Rembrandt half veertig is, wordt het wel heel dik allemaal. Het lijkt wel of Rembrandt de verf met een metselaartroffel heeft aangebracht, werd wel gezegd. En soms is dat daadwerkelijk ook zo. Andere leerlingen waren toen al lang overstapt naar een meer Vlaamse, elegante en gladdere manier van schilderen, maar Rembrandt ging juist de grovere kant op. Een techniek die wij, met het impressionisme in ons hoofd, buitengewoon modern overkomt.
Het Joodse Bruidje
Toen Vincent van Gogh bij de opening van het Rijksmuseum voor Het Joodse Bruidje plaatsnam, het schilderij dat eigenlijk een intieme ontmoeting verbeeldt van de Bijbelse geliefden Isaäk en Rebekka, wilde hij niet meer weg. Van Gogh vertelde een vriend dat hij tien jaar van zijn leven wilde opofferen om twee weken voor het schilderi kon blijven zitten. In een brief aan zijn broer heeft hij het over een oneindig sympathiek en intiem schilderij. Je hoeft het verhaal erachter niet te kennen om toch te zien dat het over intimiteit gaat. Eén van de geheimen van de hypnotiserende effecten van het werk ligt ‘m in het feit dat Rembrandt letterlijk dichterbij komt dan gebruikelijk was. Je zit als kijker letterlijk op de huid van de geportretteerden. Het lijkt dat hij zijn palet en kwasten pakte en het zo even op het doek zet. Maar je kunt natuurlijk helemaal niet zo dichtbij komen. Het effect dat hij de handen veel groter schildert dan het hoofd kennen wij uit de fotografie, maar voor die tijd was dat uniek.
Naast de dikke klodders verf zijn ook de krassen op het doek kenmerkend voor de late periode. Al in zijn vroege jaren gebruikt Rembrandt de techniek van inkrassingen en het boetseren met verf zodat je stoffen namaakt in drie dimensies. Maar vanaf begin jaren vijftig wordt het een handelsmerk. Op grote delen van het werk van het schilderij van Lucretia zien we in de röntgenfoto’s dat hij het gewaad met krassen gemaakt heeft. Grote delen van dat werk zijn met het paletmes aangebracht. Het gebruik van paletmes is iets dat Rembrandt zelf voor het eerst doet. Het paletmes werd in et atelier gebruikt om verf te mengen, maar Rembrandt schilderde ermee. In het zelfportret van 1661, het schilderij met de cirkels op de achtergrond, zie je ook dat hij het paletmes gebruikt en ook een pennetje om te krassen. Heel bijzonder is de rimpel die Rembrandt maakt in zijn wenkbrauw met een kras van een paletmes. Wat opvalt aan het zelfportret is dat de handen niet af zijn gemaakt. De beschouwer mag de hand zelf mag afmaken in zijn hoofd. Feitelijk is dat een heel modern gegeven, en uniek in de kunstgeschiedenis. Doordat we betrokken worden in het werk, blijft Rembrandt tot de dag van vandaag modern. En de moeite van een bezoek waard. Bijvoorbeeld weer in het Rijksmuseum of het Rembrandthuis.
[2015]