Het gaat (n)ergens over...
Ik zag Clarence Seedorf in het eerste deel van het journaal, het niet-sportgedeelte. Hij suste een opstootje bij een slavernijherdenking. Een voetballer met een verhaal. Persoonlijk heb ik een ambivalent gevoel bij de sport. Mijn psycholoog moet me ooit nog maar eens uitleggen waar dat vandaan komt. Er is een tijd geweest dat voetbal alles voor mij was. Elke thuiswedstrijd van Feyenoord mocht ik, in de Opel Kadett, met mijn vader en ome Arie mee naar de Kuip. We zaten altijd naast Vak S, weet ik nog. Mijn vader had een seizoenskaart en hij sleurde mij, als klein ventje, voor een rijksdaalder langs de suppoost (zo'n type die Ton van Duinhoven ooit nadeed). Vijf minuten voor het einde gingen we dan altijd weg. Dat was steeds het moment dat Ajax het winnende doelpunt scoorde en Feijenoord vaak net verloor. Goeie timing dus. Thuis maakte ik met kartonnen dozen de Kuip na en maakte ik plakboeken van de gouden jaren (jaar eigenlijk) van de club uit Rotterdam Zuid.
Ergens in de jaren tachtig ben ik mijn belangstelling voor Feyenoord en voetbal in het algemeen verloren en kreeg ik vooral steeds meer jeuk bij Mart Smeets. Praten over voetbal werd voor mij steeds meer reden om een andere gesprekspartner te zoeken. En van voetballers horen praten, werd ik al helemaal niet vrolijk. Nogmaals, dat heeft waarschijnlijk niets met het spelletje te maken, maar alles met mijzelf. Nu voetbalt mijn dochter en sta ik ineens weer langs de lijn. En - eerlijk is eerlijk - ik vind het heerlijk! En het spelletje blijft een prachtig metafoor voor het leven. Het gaat immers eigenlijk - bottom line - helemaal nergens over, je kunt en chagrijnig over worden en heel blij, je doet het samen, je hebt een gezamenlijke focus, je moet geluk hebben, er moet een bepaald soort magie zijn etc. Zo zit het ook bij het leven buiten de lijnen. Precies zo'n gesprek mocht ik hebben voor het boek Jouw weg naar succes. Ik interviewde de Clarence Seedorf, de man dus die gisteren de boel probeerde te sussen tijdens een gênante vertoning over slavernij. En toen bleek maar weer eens: ook voetballers zijn soms best wel leuke en interessante mensen - zelfs als ie bij Ajax heeft gevoetbald.