top of page
Foto van schrijverKoos de Wilt

Een postkantoor met een doel


Omdat ik deze week een groep cultural heritage wetenschappers mag gidsen door de stad, bezocht ik alvast het postkantoor op de kop van het complex Het Schip in de Spaarndammerbuurt. Een postkantoor bezoeken in tijden van wifi? Jawel. Dat zit zo. Normaal gesproken lieten honderd jaar geleden arbeiders hun armetierige loon uitbetalen in de kroeg, die overigens veelal eigendom was van hun werkgevers. Dat was overzichtelijk: kon het salaris snel weer terugvloeien na een gezellige zaterdagavondborrel. ​De geëngageerde architect Michel de Klerk (1884-1923) had hier echter heel andere ideeën bij en bouwde op de kop van het huizenblok geen kroeg, maar een postkantoor. Vanaf dat moment kon je daar je salaris innen. Een plek waar je geen biertjes kon bestellen, maar waar je je salaris direct op je spaarrekening kon storten en waar je verder werd getrakteerd op verfijnde ornamenten, golvende plafonds, prachtig design in deuren en lavendelkleurig tegelwerk.

Het moet revolutionair zijn geweest, zo'n plek. De dagelijkse realiteit was immers anders. De arbeiders van de Amsterdamse Spaarndammerbuurt woonden zomaar met z’n zevenen of meer in een hok zo groot als een gemiddelde babyboom-caravan. En maar lekker poepen midden in de kamer. Een paar keer per week werd de inhoud van de poepdoos opgehaald door de Boldootkar (Boldoot was overigens een eau de cologne-merk). En als de gezinnen te groot werden (en wat moest je 's avonds zonder The Voice en Boer zoekt vrouw?) of als de arbeiders zomaar willekeurig werden ontslagen (dat kon immers elk moment van de dag), dan konden de gezinnen zelfs deze ruimte niet betalen en gingen ze maar weer wat kleiner wonen. Niet voor niks dat mensen altijd “gezellig” buiten waren. De goede oude tijd.

Deze uitgewoonde arbeiderskrotten waren einde negentiende, begin twintigste eeuw een lucratieve business voor huizenmelkers. Tot, met de de Woningwet (1901) in de hand, de geëngageerde architect De Klerk zich met de zaak mocht gaan bemoeien en monumentale arbeiderspaleizen ging bouwen die doen denken aan de jubelende gebouwen van architecten als Olbrich, Gaudí en Horta. De Amsterdamse School, expressionistische architectuur en design, die ik eigenlijk wel erg gedragen vind en niet al te lang kan verdragen, had vaak de functie om ook arbeiders te laten kennismaken met schoonheid en met perspectief. Golvende bakstenen, ambachtelijke ornamenten en robuuste letters moesten kleur geven aan het grauwe leven van de arbeider.

Amsterdamse School is niet mijn architectuur, maar waar ik wel vrolijk van word, is de oprechte ambitie van de voormalig houthandelaar dr. Floor Wibaut, sociaal-democratische én liberale politici en ambitieuze architecten om het leven van arbeiders beter en betekenisvoller te maken. Wat een heerlijk vertrouwen en hoop dat je mensen werkelijk kunt verheffen en ze niet hoeft te laten afzinken in een somberstemmend SBS-universum. Een Yes We Can mentaliteit avant la lettre waar we hopelijk geen afstand hoeven te gaan nemen.

49 weergaven
bottom of page