top of page
Foto van schrijverKoos de Wilt

Poepcrisis van 1894


Door technologie, door het internet, door mobile en door robots wordt wat wij verstaan onder arbeid compleet op zijn kop gezet. Niet alleen het simpele, repetitieve werk zal stukje bij beetje verdwijnen, er wordt zelfs gesproken over menselijke banen waar nu HBO’ers voor worden aangenomen. De consument stapt massaal over op het internet - uit gebruiksgemak, uit kostenoogpunt en omdat de spullen en diensten die via het internet worden aangeboden gewoon beter zijn. Geen traditionele business lijkt gespaard. Dokters worden vervangen door robots, journalisten worden niet meer fatsoenlijk betaald omdat de kranten niet meer worden gekocht en geen advertenties meer hebben en bankiers worden bij bossen ontslagen omdat het trucje dat banken doen door het internet wordt overgenomen. Gevolg is dat onze banen stukje bij beetje worden overgenomen door robots en computers. Apps en digitale platforms nemen de jobs over van mensen die achter kassa’s zitten, achter computers en in de dienstverlening. Hoe moet dit verder? Voor Randstad schrijf ik er op dit moment een boek over. Misschien is er een escape die we nooit hebben zien aankomen, maar er altijd is geweest. De geschiedenis laat immers zien dat het altijd anders loopt en dat de uitdagingen van de toekomst heel anders zijn dan we ons hadden voorgesteld.

--- Apps en digitale platforms nemen de jobs over van mensen die achter kassa’s zitten, achter computers en in de dienstverlening. Hoe moet dit verder? ---

Denk bijvoorbeeld eens aan de mensen die aan het werk werden gehouden door het feit dat personen en goederen ooit alleen maar werden verplaatst met paarden. In de negentiende eeuw was er al een druk stadsleven waar er nog geen auto’s rondreden, maar alleen paarden te zien waren. Steden waren door de eeuwen gegroeid van duizenden mensen naar honderdduizenden en soms wel miljoenen inwoners. En die wilden allemaal worden vervoerd. Dat was een enorme business voor mensen die niet alleen die paarden bereden, maar ook verhandelden, te eten gaven, die de paarden van ijzers voorzagen, die ze stallen gaven etc. En natuurlijk waren er heel veel mensen die de poep opruimden.

In eerste instantie klinkt het allemaal milieuvriendelijk, maar de enorme aantallen paarden in de steden zorgden voor enorm grote problemen. Niet alleen waren er veel verkeersongelukken - het aantal doden per verkeersgebruiker in 1900 lag ruim 75 procent hoger dan nu – er was ook enorm veel herrie op straat en er waren vooral heel veel paardendrollen. Het stonk altijd en het aantal vliegen en ziektes die de derrie overbrachten waren onwaarschijnlijk. Een stadspaard pieste elke dag minstens 1 liter urine en poepte daarnaast tussen de 7 en 15 kilo per dag. In New York bijvoorbeeld waren er eind negentiende eeuw zo’n honderdduizend paarden en dat resulteerde dus in een dagelijkse plas van 100.000 liter paardenurine en een berg van ongeveer 1.2 miljoen kilo paardenstront.

---Een journalist van de The Times voorspelde dat alle straten van Londen binnen vijftig jaar bedolven zouden zijn onder drie meter dikke laag paardenmest.---

Voorheen was er een mooie ecocultuur geweest van boeren die de drollen graag uitstrooiden over hun akkers, maar daar zat ook een plafond aan. Met deze enorme hoeveelheden paarden was er veel te veel om de landerijen te bemesten. Niemand kon er dus een droge boterham aan verdienen en de paardenpoep werd dus maar gedumpt op verlaten stukken grond in de stad waar metershoge bergen met stront te bewonderen waren, soms wel tot zo’n negen meter hoog. Gevolg was uiteindelijk de Grote Paardenmestcrisis van 1894. Een journalist van de The Times voorspelde dat, als men op dezelfde manier door zou gaan, alle straten van Londen binnen vijftig jaar bedolven zouden zijn onder drie meter dikke laag paardenmest. In 1898 was de paniek zelfs zo groot dat er een tiendaagse internationale conferentie werd belegd om de wereldwijde Paardenmestcrisis aan te pakken. De aanwezige mannen kwamen er niet uit en de conclusie was dat de problemen te groot waren en onoplosbaar. Toch kwamen de doemvoorspellingen van de journalisten niet uit, want binnen enkele decennia loste de crisis vanzelf op. In plaats van uitwerpselen werden uitlaatgassen de uitdaging en was iedereen de Paardenmestcrisis van 1894 al weer snel vergeten.

---Wij zien ook een figuurlijke berg stront op ons afkomen die alleen maar groter wordt.---

Wat heeft dit met onze tijd te maken? Wij in onze tijd krabben ons massaal achter onze oren waar het met ons naartoe zal gaan als technologie onze banen zullen opslurpen en hoe onze wereld er dan uit zal zien. Wij zien ook een figuurlijke berg stront op ons afkomen die alleen maar groter wordt. En geen mens heeft er eigenlijk een oplossing voor. Maar misschien is er hoop. Immers, steeds laat de geschiedenis zien dat zij haar eigen pad kiest, een pad dat we van tevoren niet hebben kunnen bedenken, maar dat achteraf zo logisch blijkt te zijn. Misschien zijn we die banen van vandaag tegen die tijd liever kwijt dan rijk en vergeten we totaal waarover we ons nu zo druk maken. Maar misschien mag de overheid ook wel een beetje organiseren...

190 weergaven
bottom of page