Tefaf volk
Soms ben je op plekken waar je je even bewust wordt van het feit dat er niet zoiets bestaat als "gewoon". Rond de Rotterdamse Koopgoot bijvoorbeeld ervaar je daadwerkelijk dat Nederland ech wel veel meer kleurtjes en sociale lagen heeft dan je in de Amsterdamse binnenstad ervaart. In het hoofdstedelijke centrum is de oorspronkelijke bevolking naar Purmerend vertrokken en resteert óf de eigenwijze import Amsterdammers óf de zich als kudde gedragende toeristen. In hartje Rotterdam kun je het zo gek niet verzinnen of je ziet het. Een unieke mix van rasechte Rotterdammers die afdaalt in de goot om er aan de andere kant weer uit te stromen. Ineens wordt de stembusuitslag duidelijker.
In het ziekenhuis ervaar je ook zoiets. Ook daar zie je ineens dat echt iedereen een oorontsteking kan krijgen en daarmee naast elkaar in de plastic kuipjes dient plaats te nemen. De ene met een baseballpetje op, de ander met een Stetson pet, een hoofddoekje of met versleten toupet.
Er is nog een plek waar je je ineens bewust wordt van de plek waar je bent. Op het perron van Amsterdam CS zie je het al direct: dit is volk op weg naar Maastricht, naar de TEFAF. Op tussenliggende stations stappen wat populatievervuilers uit en worden de plekjes aangevuld met types die maar een keer per jaar afreizen naar het diepe zuiden. En opeens zit je in een trein met curatoren, journalisten, kunstzzp'ers, allemaal met een gratis kaartje. De echte kopers komen met hun eigen vliegtuig en Audi's met chauffeur - ook met een gratis kaartje overigens. Ik wurm me met een bekertje koffie naar een zeteltje in de coupé boven. Met een gratis kaartje.
Op de beurs zelf is het voortdurend kiezen tussen kijken naar de schilderijtjes en passerende bezoekers. Heel veel mensen zijn in de laatste fase vóór de rotator, daartussen huppelen veel kunsthistorisch opgeleide dames in keurige pakjes. Sommige gasten hebben zich gekleed in opzichtig gesneden pakken, anderen hebben het jasje aangedaan dat twintig jaar geleden eigenlijk al niet meer kon. Aan de handelaren de schone taak precies dát jasje aan te tikken dat ervoor moeten zorgen dat hun stand van 60 K wordt terugbetaald. Een wonder dat mij überhaupt nog een woord waardig wordt gegund.
Het leukste is het als je de mensen en de kunstwerken met elkaar gaat vergelijken. Door de gangpaden het Tefaf publiek en in de stands naast elkaar schilderijen en beelden van de meest fortuinlijke personen en schepsels in de meest benarde omstandigheden. We zijn allemaal sterfelijke passanten in de tijd, zo laat de kunst zien.
Terug in de trein op weg naar huis schuift hetzelfde volk weer aan. Nu met een vuistdikke catalogus en patatje mayo op schoot. Sommigen met het verhaal dat ze net een Van Gogh tekening hebben gekocht (voor het museum weliswaar), anderen filosoferen over het gebrek aan champagne in de gangpaden. Weer een ander inventariseert hoe het netwerk is onderhouden. Het was een wonderlijke stapel van mensen en kunst. Morgen alles weer "gewoon".