En óf Rembrandt dat leuk zou hebben gevonden!
Wat zou Rembrandt ervan gevonden hebben als hij bij de Christie's veiling zou zijn geweest en kunsthandelaar Jan Six zijn slag had zien slaan? Die vraag stelde Jörgen Raymann tijdens zijn programma Ask me Anything. Waarschijnlijk zou de oude meester het geweldig hebben gevonden, dacht ik.
Rembrandt kwam zelf regelmatig op veilingen. De roddel ging dat hij soms zelfs op zijn eigen schilderijen bood. Ook was er in zijn tijd al veel belangstelling van wat toen al oude meesters waren, zoals de Italiaanse renaissanceschilders en oude meesters uit eigen omgeving. Zo werd tijdens een veiling in 1639 een werk van de oude meester Rafael (1483-1520) geveild voor het enorme bedrag van 3.500 gulden. Dat bedrag stond gelijk aan bijna vijf keer de waarde van het duurste kunstwerk dat in de afgelopen 41 jaar was verkocht (een album met prenten of tekeningen van Lucas van Leyden). Terwijl Rembrandt waarschijnlijk in de zaal zat, tekende hij het werk na en vermeldde in de kantlijn fijntjes het bedrag dat de Joods-Portugese Alphonso Lopez ervoor betaalde, een kunsthandelaar en juwelier die handelde in opdracht van kardinaal Richelieu voor de Franse kroon. Nog steeds is het te zien in Parijs, in het Louvre.
Het werk van Rafael moet Rembrandt meer dan aangesproken hebben. Het stelde een afbeelding voor van Baltdassare Castiglione, schrijver van het beroemde boek ‘Il Libro del Cortegiano’, het etiquetteboek hoe een hoveling zich diende te gedragen. De ideale hoveling heeft min of meer model gestaan voor hoe de Engelse gentleman zich diende te gedragen. De eerste Nederlandse vertaling van het boek kwam in de tijd van Rembrandt op de markt en is opgedragen aan Jan Six, een jongeman uit de Amsterdamse elite die een tijd lang bevriend was met Rembrandt.
Het portret van Castiglione is prachtig, maar vooral het bedrag dat ervoor betaald werd, moet Rembrandt hebben geïntrigeerd. Zelf vroeg de Leidenaar tussen de 300 en 500 voor een portret. Rafael deed er postuum een behoorlijk schepje bovenop. Rembrandt vatte de veiling op als een uitdaging. Niet lang na de veiling schilderde Rembrandt zichzelf niet zozeer op de manier waarop je je aan het hof dient te gedragen, maar eerder op een manier waarop je in het Amsterdam van de 17de eeuw respect afdwong, namelijk als een zelfbewuste, edele koopman. Op dit zelfportret uit 1640 is Rembrandt afgebeeld als een succesvolle man die gekleed is in kostbaar bont, brokaat en fluweel. Hij draagt een zwierige baret van zwart fluweel. Met zijn onderarm steunt hij op een hekwerk en zijn elleboog - met de kostbare, zware stola - steekt naar buiten. Donkerblond haar krult onder zijn baret uit. Zijn in half-profiel weergegeven gezicht toont edele, nadenkende melancholie.
Ikzelf gebruikte het geschilderde portret op de kaft van het boek Rembrandt Inc. Marktstrategieën van een genie. Ook in mijn lezingen komt dit schilderij vaak in beeld. Het laat zien dat Rembrandt zich goed thuis voelde in het handelscentrum van de wereld van dat moment. Hij voelde zich verbonden met 's werelds belangrijkste economie van die tijd. Dus wat zou Rembrandt gevonden hebben van het staaltje Hollandse handelsgeest door een verre nazaat van zijn oude vriend Jan Six? Geweldig natuurlijk!
Luister hier naar de uitzending met het interview van Jan Six en Koos de Wilt