Hoe leid je Chinezen rond in Amsterdam...?
Afgelopen weekend mocht ik met uitgever Lenard Wolters een groepje hoogopgeleide Chinezen rondleiden in Amsterdam. Waar ik bij andere voorname internationale gasten als kunsthistoricus gemakkelijk weg kan komen met een mooie stadswandeling over de zakenman Rembrandt of Amsterdamse grachtenhuizen, kon ik dat wel vergeten bij deze chique professionals. Rembrandt was er op school nooit voorbij komen fietsen. Wat verbindt onze geschiedenis eigenlijk met die van de Chinezen? Wandelend door de Spiegelstraat keken mijn gasten in een etalage van een kunsthandel op de Spiegelstraat en zagen zwartwit foto's van John Lennon en Yoko Ono tijdens hun verblijf in het Amsterdamse Hilton. Interessant vonden ze het, mensen gefotografeerd in bed, maar ze hadden nog nooit gehoord van de muzikant uit Liverpool, laat staan zijn Japanse echtgenote. In de tijd dat die foto's werden gemaakt was China nog diep ondergedompeld in de communistische experimenten van Mao waar men naast de ideeën van Marx en kornuiten niets te maken wilde hebben met andere Westerse uitvindingen. Waar begin je dan als welwillende gids? Wat verbindt onze geschiedenis eigenlijk met die van de Chinezen?
--- Wat verbindt onze geschiedenis eigenlijk met die van de Chinezen? ---
Ik nam mijn gezelschap mee naar het Rijksmuseum waarbij ik in het Aziatische paviljoen, bij een mediterende boeddhistische godheid Guanyin, redder van mensen in nood, mijn verhaal begon over de relatie tussen China en Nederland. Fascinatie voor de prachtige, mysterieuze beelden was er bij de Hollanders altijd al, zo begon ik, maar wat de machthebbers van de VOC vooral zagen was de ongelofelijke markt die daar zomaar open lag. Het welvaartsniveau in China was in die dagen behoorlijk, zo hadden de Hollanders begrepen van de Portugezen die in de 16e eeuw al aan het rondneuzen waren in dat enorme land aan het Aziatische vasteland. Maar het ongemakkelijke was: de Chinezen moesten niks hebben van die hebberige Hollanders. Ze zagen niet in wat ze er nu beter van werden zaken te doen met die rare roodbaarden. Niets wilden ze hebben van de vleiende woorden en al helemaal niets van de vechtende VOC-soldaten.
--- De Chinezen moesten niks hebben van die hebberige Hollanders. Ze zagen niet in wat ze er nu beter van werden zaken te doen met die rare roodbaarden. ---
Uit arremoeie zetten de Hollanders voet aan wal op het 'prachtige' eiland Formosa en bouwden daar in 1624 hun Fort Zeelandia. Van kolonisatie moest de VOC niets hebben, liever werden lucratieve samenwerkingsverbanden gezocht met plaatselijke dorpshoofden van het huidige Taiwan. Er werden rietsuiker- en rijstplantages op het eiland aangelegd waar steeds meer vasteland Chinezen als migrant werden toegelaten om het werk te doen. Het werd een lucratief handeltje. Tót rond halverwege de jaren veertig van de 17de eeuw op het vasteland een burgeroorlog uitbrak. De eeuwenoude Ming-dynastie werd door de Qing-dynastie vervangen, met keizers die tot begin 20ste eeuw aan het roer zouden blijven. Een groot leger van opstandelingenleider Koxinga was in 1645 naar het eiland gevaren en was de strijd aangebonden met de VOC. Die gaf zich niet gelijk gewonnen, maar moest uiteindelijk in 1662 de VOC-vestiging op Formosa verlaten. Einde relatie China-Nederland.
In de 18e eeuw werd een nieuwe poging gedaan tot handel tussen Nederland en China. Ditmaal met succes. China stond meer open voor handel met buitenlanders. Vanaf 1728 had de VOC met een aantal andere Europese pottenkijkers een handelspost in de Chinese stad Kanton. Er werd vooral gehandeld in thee, porselein en zijde. Ook op het gebied van scheepstechnologie wisselden Nederland en China veel informatie uit. Vooral porselein spreekt nog steeds tot de verbeelding en ik liet mijn gezelschap, wandelend door de eregalerij van het Rijks, wat voorbeelden zien op schilderijen van 17de-eeuwse schilders als Pieter de Hoogh en Willem Kalf. Chinees porselein was overal te zien op onze interieurstukken en eetstillevens.
--- Chinees porselein was overal te zien op onze interieurstukken en eetstillevens van bijvoorbeeld Pieter de Hoogh en Willem Kalf. ---
Na een lunch bij Rijks nam ik mijn gezelschap mee naar de prachtige galerie van Robert Aronson even verderop op de Spiegelstraat. Daar aangekomen vertelde de kunsthandelaar dat er in de loop van de zeventiende eeuw de export van Chinees porselein van China naar Holland indrukwekkend was. Al in de late Ming-dynastie importeerden de Nederlanders ongeveer een kwart miljoen stuks per jaar. Een groot deel daarvan was chine de commande, porselein dat in opdracht specifiek voor de Europese markt werd vervaardigd met Europese thema's en afbeeldingen als decoratie. Waren het aanvankelijk alleen de rijken die Chinees porselein konden betalen, steeds vaker konden ook bredere lagen van de welvarende Hollandse bevolking het Chinese aardwerk aanschaffen. Chinees porselein was een belangrijk exportproduct naar Europa geworden. Porselein was big business.
Tót de export van het ene op de andere moment stil kwam te liggen door burgeroorlogen in China halverwege de zeventiende eeuw. Vraag was er in overvloed, maar het aanbod was nul. Een ramp voor de mensen die werkten in de wereld van het Chinese porselein, zowel hier als in China. Einde verhaal relatie China-Nederland weer?
--- Waren het aanvankelijk alleen de rijken die Chinees porselein konden betalen, steeds vaker konden ook bredere lagen van de welvarende Hollandse bevolking het Chinese aardwerk aanschaffen. ---
Niet dus. De Hollanders zouden de Hollanders niet zijn als hier niet ook een ongelofelijke kans voor een nieuwe industrie werd gezien, namelijk die van het "Delfse porselein". De productie in Holland kwam niet uit het niets. Delfts aardewerk kwam voort uit de majolicanijverheid. Oorspronkelijk uit Italië afkomstige majolicabakkers die na de Val van Antwerpen naar het noorden kwamen, stichtten hier hun majolicawerkplaatsen. Het lukte de allochtone religieuze vluchtelingen niet helemaal om het verfijnde Chinese porselein na te maken met de zompige Hollandse klei, maar door technische verbeteringen in het productieproces zetten de majolicabakkers behoorlijk grote stappen naar een meer verfijnd en chiquer soort aardewerk, zo vertelde Robert Aronson. Het aantal bakkerijen in Delft nam van twee in 1600 toe tot dertien in 1650, om daarna snel te groeien tot negenentwintig in 1670. Delfts aardewerk werd een ongelofelijk succes, zo legde Robert uit. Mary Stuart, de Engelse echtgenote van onze Willem III, was dol op Delfts aardwerk en werd er een geweldige ambassadeur van, zowel in Nederland als in Engeland waar zij gelijktijdig koningin van was geworden na de Glorious Revolution van 1688. Delfts aardewerk was all over the place.
--- Prachtig vonden mijn gasten het te zien dat Chinezen niet bezig waren Westerse goederen na te maken, maar dat wij Chinese waar op massale schaal probeerden te imiteren. ---
Mijn Chinese gasten keken hun ogen uit om te zien wat die rare Hollanders ervan bakten toen ze driehonderd jaar geleden de Chinezen probeerden te imiteren. Prachtig vonden mijn gasten het te zien dat Chinezen niet bezig waren Westerse goederen na te maken, maar dat wij Chinese waar op massale schaal probeerden te imiteren. De omgekeerde wereld. Eindelijk had ik een relatie gevonden tussen China en Nederland waarbij ik het niet hoefde te hebben over onze Chinese afhaalrestaurants of de Chinese heroïnehandel die in de jaren tachtig van de Zeedijk een no go area maakte. Ik had een verhaal waar we beiden trots op konden zijn en waar we samen een fijn glaasje warm water op konden drinken.
Meer over gidsen, klik hier.
Comments