In het ziekenhuis
Ben in het AMC terwijl mijn dochter in de file ligt om geopereerd te worden aan een blindedarmontsteking. Ze mocht na de eerste nacht in het ziekenhuis wel wat uitslapen omdat de operatie toch nog even op zich liet wachten. Maar ineens werd ze gewekt door een chirurg met zeven assistenten om hem heen die haar allemaal aanstaarden - in haar pyjama, haar warrige haar en ogen die nog moesten wennen aan het felle ochtendlicht. Daarna werd het weer stil in de kamer - zoals nu. Op de gang veel gedoe, maar in de kamer vooral het gepruttel van het infuus. Hier, vanaf de achtste verdieping, kijkt ze uit over Amsterdam Zuidoost en over het Johan Cruyff stadion. Daar, buiten, is het de gewone wereld, van mensen die hun ding doen. Maar hier is alles anders. Sommige patiënten behoren tot de categorie S1 en bij hun is duidelijk wat er aan de hand is. Die patiënten bevinden zich in een storm waarin professionals in witte kleding om hen heen krioelen en aan draadjes trekken, spuitjes zetten, snoeren inpluggen en bedden wegrollen. In de file staan als iemand van groep S3 is een andere realiteit. Geen hoge prioriteit.
Als je verdwaalt in het ziekenhuis, vind je de weg terug langs de schilderijen, precies zoals klein duimpje zijn weg terugvond langs de steentjes.
Ik kijk ernaar en bedenk me wat een rare plek een ziekenhuis eigenlijk is. Het is een afgesloten universum waar patiënten en hun naasten totaal uit hun dagelijkse ritme zijn gehaald en in een wereld zijn beland van af en toe rennen, maar vooral van heel veel stilstaan,-zitten en -liggen. Alles wat een dag eerder je hoofd van oor tot oor vulde, is nu weggeduwd om plaats te maken voor een compleet andere realiteit en dynamiek. Het is een directe werkelijkheid van spanning en onzekerheid met allemaal spullen en mensen om je heen die anders zijn dan anders. Ondertussen vindt het medisch en zorgpersoneel dat eromheen zoemt het allemaal maar heel gewoon - zo gaat het immers elke dag. Het zorgpersoneel weet natuurlijk wel hoe gedesoriënteerd hun patiënten zich voelen. En daar handelen ze ook naar, met een klantenservice die in de rest van de wereld niet meer bestaat.
Het is hollen of stilstaan. Soms word je meegezogen in een golf van activiteiten waarbij het beste is om maar daarin mee te bewegen. Meebewegen zoals bij een val van je fiets of op de ski's - de kans op ongelukken wordt dan verkleind, zo hoop je dan. Soms is het als tijdens een dagje strand waarbij je ineens wordt overdonderend door een iets te hoge golf, zo'n eentje die je hebt onderschat. Die seconden duren dan een eeuwigheid. Op de momenten van stilte voor de storm sta je ineens meer dan anders open naar de wereld, naar een omgeving die meer dan anders ongefilterd binnenkomt. Je gedachten gaan alle kanten op en niets van wat je hoort en ziet past in een duidelijke categorie die je al kent. Overal waar je bent, zie je mensen die je niet kent en die, op een een of andere manier, toch als een radartje in een geheel passen. En jij schijnt ook ergens in te passen, zo lijkt het.
Nergens anders dan hier is kunst op haar plaats, zo bedenk ik mij ineens. Juist hier waar alles een acute en praktische functie lijkt te hebben.
Nergens anders dan hier is kunst op haar plaats, zo bedenk ik mij ineens. Juist hier waar alles een acute en praktische functie lijkt te hebben. Gelukkig hangt het hier ook overal tussen medische apparatuur, in het atrium, in de lange witte gangen en galerijen en aan de eindeloze muren. En het resoneert. Net als bij de mensen hier en al de dingen die hier gebeuren, heb je ook bij de kunst meestal geen idee waar het over gaat. De medische zorg en de werken aan de muren geven op een of andere manier allebei houvast. De beelden, schilderijen en foto's leiden af, bieden soms troost en geven je voortdurend en expliciet een andere interpretatie van het echte leven daarbuiten en -binnen. Het zijn beelden van een wereld waaraan je maar nauwelijks een touw kunt vastknopen, maar waarin je je toch een plek moet zien te vinden. Maar het bijzondere hier, juist hier, waar alles om je heen raar is, is dat de kunst aan de muren ineens verrassend normaal is. Geen beeld te gek. Op een of andere manier zijn het speldenprikjes die je doen voelen wat leven is. En is er alle ruimte ernaar te kijken op jouw eigen, unieke manier. Op weg naar de gewone wereld.
PS: Als je verdwaalt in het ziekenhuis, vind je de weg terug langs de schilderijen, precies zoals klein duimpje zijn weg terugvond langs de steentjes. Zo vond ik net de uitslaapkamer na de operatie...
Lees ook: Kunst in het LUMC
Comments