Talita Teves, directeur en eigenaar van Veilinghuis AAG
Mooier, knapper, beter
‘Ik vergelijk ons veilinghuis met een soort snoepwinkel’, zegt Talita Teves, directeur en eigenaar van Veilinghuis AAG. ‘Elke keer opnieuw staan hier prachtige meubels, zilver, fotografie, Oude Meesters en moderne en hedendaagse schilderijen. Na een tijdje vinden die spullen hun weg naar de nieuwe eigenaren en komt er weer ander snoepgoed.’ Een gesprek in een voormalige synagoge over hoe de veilingmeester zich beweegt in het steeds veranderende landschap van kunstveilingen.
Interview Koos de Wilt voor Collect | Portretfotografie: Maartje Geels
Veilinghuis AAG bevindt zich in de Lekstraatsynagoge aan de Lekstraat, middenin een woonwijk in de Amsterdamse Rivierenbuurt. In eerste instantie lijkt het godshuis niet geschikt als veilinghuis. De synagoge opende zijn deuren een paar jaar voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in de wijk waar toen zo’n veertig procent van alle Amsterdamse Joden woonden, waaronder de familie Frank. Tijdens de eerste oorlogsjaren konden Joden hier hun Jodenster ophalen en vanaf 1943 werd het gebouw opslagplaats van meubels van weggevoerde joden. Na de oorlog vestigde het Verzetsmuseum zich in de synagoge om vanaf 1997 plaats te maken voor het veilinghuis van de veilingmeester en televisiepresentator Jan Pieter Glerum. Dat de architect van het gebouw, Abraham Elzas, een tijdje bij Le Corbusier in de leer is geweest, is te zien aan de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid met eerlijke materialen zoals hout en marmer. De koperen deur van de voormalige synagoge glanst in de voorjaarzon door een man die al poetsend zelf een zwart gezicht heeft gekregen. Als de deur openzwaait voelt binnen de strenge stijl wat plechtig aan, maar met de zee van licht blijkt het complex, bij nader inzien, een ideale plek voor een veilinghuis: het gebouw heeft veel ruimte, veel licht, veel flexibiliteit en veel klasse. Het jaar door vinden er verschillende veilingen plaats, van juwelen, horloges, Aziatische kunst, wijnen en meubels tot Oude Meesters en moderne en hedendaagse kunst. Ook nu staan en liggen er her en der kunstvoorwerpen verspreid door de synagoge. Tientallen scheepsmodellen tussen de paden, hedendaagse schilderijen op het marmeren altaar en boven, op de galerij, Aziatica.
‘Bovenal gaat het bij ons om echte mensen, om emotie en niet om een e-mailadres.’
Mean and lean
De legendarische veilingmeester Jan Pieter Glerum (1943-2013) maakte tussen de jaren zestig en tachtig van de vorige eeuw carrière bij Mak van Waay en later bij Sotheby’s. In 1989 startte hij met een paar kompanen zijn eigen veilinghuis:Veilinghuis Glerum. Talita Teves ging er in 1998, op haar 20ste, aan de slag om in 2004, op haar 26ste, het veilinghuis over te nemen. Inmiddels heeft de veilingmeester de nodige conjuncturele moeilijke en echte crisisjaren meegemaakt. Hoe overleef je dat? Teves: ‘Toen de crisis in 2009 echt uitbrak en iedereen het er maar voortdurend over had, besloot ik dat ik er gewoon niet aan mee wilde doen, en dat is mij prima bevallen. We hebben hier de recessie gewoon ontkend, “zoek het maar uit”, zeiden we. We hebben mean and lean de crisis doorstaan. Er staan hier acht mensen fulltime op de loonlijst en als er een veiling is, dan schalen we dat op en werken dan met een groot team van externe specialisten, freelancers en werkstudenten. Iedereen is multi-inzetbaar hier. Regelmatig zeggen mensen mij dat ze mijn baan wel zouden willen hebben, maar zien dan niet dat we soms tot in de late uurtjes met z’n allen het zilver staan te poetsen voor de veiling de volgende dag. Sinds ik hier werk is er enorm veel gebeurd in de wereld van het veilen, maar ik zeg altijd: het is met kleine stapjes steeds mooier, knapper en beter geworden.’
Veilen op het internet
Hoe positioneert het veilinghuis zich ten opzichte van het digitale geweld op het gebied van kunst veilen? Teves: ‘Op het internet kom je over het algemeen meer gebruiksvoorwerpen tegen. Wij bedienen een andere markt. Wij zijn gericht op objecten met een meer kunsthistorische waarde en doen daarbij uitgebreid onderzoek. We geven meer persoonlijke informatie dan partijen dat kunnen doen op het internet. Heel streng zijn we als het gaat over de objecten, als we er geen vertrouwen in hebben dan veilen we het niet. Bovenal gaat het bij ons om echte mensen, om emotie en niet om een e-mailadres. Een veiling is elke keer een feest waar we veel mensen mogen begroeten. Overigens moet ik zeggen dat wij zelf ook veelvuldig gebruik maken van het internet, zoals het online bieden tijdens de reguliere veilingen. We zetten op dit moment daarnaast een eigen internet platform op met objecten die zich specifiek lenen voor online veilingen.’
‘Aziatische kunst is op dit moment zeer in trek aangezien de Aziaten zelf steeds meer terugkopen van wat ooit in het Westen is beland.’
Wat zijn bewegingen in de markt? Teves: ‘Een kentering is dat we steeds meer op zichzelf staande Aziatica veilingen houden. Dit ook in relatie met het grote internationale successen van Chinees porselein. Aziatische kunst is op dit moment zeer in trek aangezien de Aziaten zelf steeds meer terugkopen van wat ooit in het Westen is beland. Je ziet het ook met kunst die in het vroegere Nederlands Indië is gemaakt. Een tijd lang wilde men daar niets meer van weten, maar nu zijn musea en verzamelaars weer geïnteresseerd geraakt in wat er in het verleden allemaal is gemaakt. Dat zie je ook in Maleisië en andere Aziatische landen waar het economisch goed gaat en men zich meer is gaan bezighouden met de eigen geschiedenis. De nadruk bij ons veilinghuis ligt echter op moderne en hedendaagse kunst. Doordat we mean and lean zijn, kunnen we direct inspringen op de trends. We hebben geen voorraad en fungeren alleen als tussenpersoon.’
Komen meubels ooit weer in de mode? Teves: ‘We hebben minder meubelveilingen en we stellen die veilingen ook selectiever samen. Maar je ziet dat de wens voor het hele lichte interieur al af begint te zwakken. We willen niet meer in een geheel witte ruimte zitten. Je ziet nu seventies ribbanken terugkomen in de interior decoration bladen en ook steeds vaker mooie achttiende-eeuwse kasten. Mensen willen niet meer de uniformiteit van maten en types, maar kasten die iets eigens hebben, kasten waar ooit over na is gedacht. Daarnaast gaat het tegenwoordig allemaal om eco-verantwoord. Typerend is dat “tweedehands” tegenwoordig “vintage” is gaan heten. Bijna alle meubels worden tegenwoordig weer verkocht tijdens onze veilingen, misschien nog niet tegen te topprijzen van 2007, maar wel voor goede prijzen.’
Nieuwe markten
Wat heeft het verdwijnen van veilingen als Sotheby’s en Christie’s voor effect op jullie positie? Teves: ‘Enerzijds zijn we in dat gat gesprongen, maar anderzijds is het jammer dat met het verdwijnen van die huizen ook een beetje de gons uit de markt is verdwenen. Vroeger was er elke keer een week van kijkdagen waar mensen naartoe konden leven en waar de veilinghuizen ook flink mee adverteerden. Zeker bij nichemarkten heb je concurrentie nodig om een markt te maken. Dat hebben we gezien bij veilingen van zilver waar Sotheby’s en Christie’s voorheen tegen elkaar opboksten. Met het verdwijnen van de veilinghuizen is ook die markt moeilijker bereikbaar. Bij schilderijen heb je dat minder.’
‘Je ziet nu seventies ribbanken terugkomen in de interior decoration bladen en ook steeds vaker mooie achttiende-eeuwse kasten.’
Wat zijn nu specifieke stukken waarmee jullie sterk scoren? Teves: ‘Eigenlijk zijn we sterk op alle gebieden waar aandacht en liefde voor het object vereist is, dus deelgebieden waar je extra tijd in steekt, in het maken van een mooie catalogus en het doen van uitgebreid onderzoek. Bijvoorbeeld op het gebied van juwelen. Daar zijn we in een gat gesprongen. Ook in de markt van Aziatica zijn we sterk, mede door de banden die we hebben met Azië. Soms zie je dat zo’n tachtig procent van wat we daarvan veilen, gekocht wordt door Aziatische kopers. Moderne en hedendaagse kunst is de grote money maker. We hebben voor de juni veiling weer prachtig werk dat uit internationale collecties komt. We hebben werk van Manzoni en Fontana en doordat we bijvoorbeeld een prachtig werk hebben geveild van de Italiaanse kunstenares Dadamaino, heeft dat aantrekkingskracht gehad op andere Italiaanse verkopers die ons nu weten te vinden. Daar doen we dan ook alles voor. Als we ergens lucht van krijgen, dan stap ik zo in het vliegtuig naar Italië, Duitsland of Frankrijk om het werk te gaan bekijken. Zo hebben we een mooie collectie juwelen van een meneer uit Rome hier onder de hamer gekregen alsook werk van de Italiaanse kunstenaar Toni Costa. De buitenlandse expansie en contacten heeft ons veel gebracht en onderscheidt ons van andere veilinghuizen. Zo kunnen we aan de internationale race meedoen. We hebben ter plekke veel lokale samenwerkingsverbanden waardoor je het wiel niet opnieuw hoeft uit te vinden. Vorig jaar hebben we de collectie van Henk en Truus Peters mogen veilen. Dat was een hele bijzondere en persoonlijke samenwerking met de weduwe Truus. In de collectie bevond zich niet alleen werk van Henk, maar ook andere kunstenaars van de Zero groep. Door de sneeuwval was het de slechtst bereikbare dag van het jaar, maar de zaal was bomvol met honderden mensen en veel bieders online en aan de telefoon. De veiling genereerde bijna een miljoen, waarbij de Nederlandse NUL kunstenaars zelfs hun weg vonden naar Amerika.’
[2018]